Waarom duurzame basilicum in pesto veel belangrijker is dan je denkt

Emilia-Romagna is gezegend met goede landbouwgrond en profiteert van de zilte zeelucht die over de heuvels van Ligurië stroomt. Een rondje door de regio leert je dat er geen stukje land onbenut blijft. En omdat er niet zo veel heuvels zijn als op veel andere plekken in Italië, is de grond goed te bewerken. Dat moet alleen wel zo blijven – en daarom is de keuze van Grand’Italia om toe te werken naar een volledig duurzaam portfolio ook zo’n belangrijke stap.

Van plantje tot potje

Om te vieren dat Grand’Italia sinds dit jaar alle basilicum oogst met de strenge ISCC PLUS certificering, nodigden ze ons uit voor een rondje over de velden in Parma. Vanaf juni tot september komt er zo’n 1.1 miljoen kilo vers groen van het land, waar onder meer boer Giuseppe Bonati al jaren verantwoordelijk is om de hoogste kwaliteit te garanderen. Waar wij ons op het gemakje tegen het eind van de ochtend stortten op de kilometers kruiden – beeld je éven die geur in -, gaan de echte werknemers voor dag en dauw het veld op wanneer de temperatuur nog niet de pan uitrijst en de basilicum zo vers mogelijk blijft.

Met een machine worden de velden zo’n vier tot vijf keer voorzichtig geoogst, want zo vaak groeit het plantje door tot het eind van het seizoen. In een grote schuur op de boerderij is het een drukte van jewelste, waar wagentjes af en aan rijden om de oogst te verzamelen, mannen de blaadjes verdelen over kratten en de basilicum koel houden met een tuinslang. Zet je ze namelijk direct na het oogsten in een koeling, dan zijn ze in no time verlept. Na het afspoelen zijn ze daar wel klaar voor, en worden ze met gekoeld transport naar de fabriek gebracht.

Binnen 24 uur moet de oogst in de fabriek zijn, om daar direct verwerkt te worden tot de Grand’Italia Pesto alla Genovese. Een proces dat nogal nauw luistert, want alle spillen moeten naadloos op elkaar aansluiten om de versheid te garanderen. In de fabriek worden de blaadjes ontdaan van onkruid, gewassen en fijngemalen, om vervolgens samen met onder andere Grana Padano DOP & Pecorino Romano DOP het potje met de gele deksel in te gaan.

Het belang van het ISCC PLUS-certificaat

Maar wat houdt die strenge certificering dan precies in? ISCC PLUS staat voor International Sustainability and Carbon Certification en wordt alleen toegekend aan producenten waarvan de duurzame werkwijze en traceerbaarheid van de hele keten – van oogst tot fabriek – gegarandeerd wordt. Grand’Italia oogst en verwerkt de basilicum volledig volgens deze regels tot pesto.

Dat is belangrijk, want met zo’n enorme oogst kun je nogal een stempel drukken op de wereld – zowel negatief als positief. Op het familiebedrijf in Carignano, nabij Parma, is dan ook al lang duidelijk: overbewerking zorgt voor uitputting en dat moet je als boer niet willen. De boerderij die voor de belangrijkste basilicumoogst van Grand’Italia zorgt werkt daarom al jaren hard voor het groene certificaat, dat ze dit jaar dus trots kregen.

De teelt is er duurzaam vanwege drie punten: goede verzorging van het land, respect voor biodiversiteit en respect voor de werknemers. Op de percelen worden de gewassen continu afgewisseld en maakt basilicum na de oogst plaats voor tomaat, daarna komt graan en dan gras, om vervolgens weer bezaaid te worden met basilicum, waardoor de grond niet uitgeput wordt. Ook is er ruimte ingericht voor de originele begroeiing en ruimte voor insecten voor het behoud van de biodiversiteit. Elk stukje land is op de boerderij dus weer anders.

Daarnaast wordt er gewerkt met respect voor de natuur en de mens. Er wordt aandacht besteed aan het creëren van een zo compleet mogelijke keten en de arbeidsomstandigheden voldoen aan de norm van het Europese certificaat. Die dingen zorgen er niet alleen voor dat de pesto zelf goed smaakt, maar dat de nasmaak er ook eentje is die je niet gauw vergeet.