5 dingen die je wil weten vóór je als ski-sukkel de piste op gaat

Ik kan niet skiën. Het dichtst dat ik ooit bij een skioord ben gekomen is mijn Acton-muziekbox die ik de achternaam Aus Tirol heb gegeven. Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het ook totaal niet kan. Dat is misschien heel on-Pippisch gedacht van me, maar door iets niet kunnen laat ik me absoluut niet tegenhouden. Geef mij een wit paard en ik probeer ‘m op te tillen. En dat blijf ik net zo lang proberen tot ik de allerbeste paardentiller van de hele stad ben. Dus toen er een uitnodiging van Colmar voor een skitrip op mijn digitale mat belandde, twijfelde ik geen moment. Ik trok m’n lange kousen aan en ging de piste op, om jou vijf wijze skilessen te geven nog vóór je je eerste skileraar in de sneeuw treft.

1. Trek je mooiste skikleren aan

Ja, ik ga je even een oog uitsteken. Ik werd voor deze trip in een waanzinnig pak gehesen door dat Italiaanse merk Colmar, dat dit jaar de 100 jaar aantikt. Ik zou het nog aan willen trekken naar de kroeg, zo dol ben ik er op. Ik had online al wat gespiekt naar de collectie (álles is mooi) en viel met m’n neus in de boter toen ik de uit Italië gearriveerde dozen in mocht duiken bij het PR-bureau. Een high waist broek met bretels die paste als a glove en een jas met ceintuur – dus dik ingepakt mét taille – en ninja-achtige details zoals strakke mouwen met duimgat en mysterieus mondwindscherm. Heb je zo’n outfit binnen, dan is de voorpret echt ruim en breed begonnen. Ik kon niet wáchten om m’n nieuwe strijdersoutfit in de praktijk te brengen, brokkenpiloot of niet.

2. Ga naar een gebied met babypistes

Veiligheid boven alles (en sociaal tegenover je medemens met ski-ervaring). Mijn reis ging naar de Italiaanse Dolomieten, belachelijk mooi vanwege enorme rotspartijen die verticaal boven het witte landschap uitstijgen en zonsop- en -ondergangen in kleuren die Bob Ross niet eens in z’n palet kan vinden. De slingerroute door het winterlandschap van Alta Badia voelde als een rit in de Droomvlucht van de Efteling en in het dorp La Villa stonden er meer skiverhuurbedrijven dan groenteboeren klaar voor eerste hulp bij opstartproblemen.

Daar werd me kundig een stel latten, loeistrakke schoenen, stokken en een helm aangemeten zonder dat ik er zelf ook maar een stukje hersen voor hoefde te gebruiken. Aan de overkant van de straat stond me een pannenkoekliftje te wachten dat me de babypiste opsleepte om mijn eerste pizzapunten (zo rem je, opslaan) uit te voeren in plaats van op te eten. Twee uur oefenen, met skileraar uiteraard, en je voelt je al een ander mens.

3. Boek een hotel met spa

Twee uurtjes maar? Dat dacht ik toen m’n eerste les werd uitgelegd, balend als een skistok. Nah, daar piep je wel anders over als ze erop zitten. En je de volgende dag nog een keer moet. Mijn onderkomen Hotel La Majun was een beloning van jewelste na een dag op de latten, met of zonder kilometers op de teller. Zure kuiten vragen om een spa, een zwembad en een massageteam dat je als een ware Olympiër er weer bovenop bindweefselt.

4. Hoogmoed komt voor de val

Na één dag tussen minikinderen die sneller gaan dan jijzelf heb je het wel gezien op de groene piste; ik had een leuke blauwe gezien tegenover mijn hotel en wilde daar wel een poging wagen.  Dus trok ik de stoute en loeistrakke schoenen op dag twee aan en ging ik voor de volgende kleur, alleen stond er een zonsopgang op een soort Mount Everest iets verderop op de planning. Mijn lieve ski-juf stond me dus daar bovenop op te wachten bij een andere blauwe afdaling. Voor het gemak was ik even vergeten dat ik hoogtevrees had, tot ik de tweeduizend metertjes aan piste onder me zag.

Ja, ik heb het overleefd, maar ik heb doodsangsten uitgestaan. Alle techniek die ik had geleerd tijdens de eerste les verdween als sneeuw voor de zon uit m’n hoofd en als het aan mij had gelegen was ik met sneltreinvaart rechtdoor naar beneden gevlamd – op of naast de piste. Ik hoor nog altijd de ‘make turns, Sophie, slow down, Sophie!’ van de juf in m’n dromen. Niet stoer doen dus, maar zeker met hoogtevrees gewoon even langer sukkelen in een skihal of op de oefenweide voordat je het diepe in springt. Dan krijg je tenminste ook nog wat mee van het uitzicht.

5. Denk alvast na over je volgende skireis

Want die gaat er komen. Ik ben welgeteld één dag thuis en ik mis het uitzicht over de bergen, ik zou tóch nog een poging willen wagen op de piste, ik wil mijn skipak weer aan en ik wil een abonnement op Alta Badia.