Albenga blaast van de torens
Vanaf de snelweg A10, de Autostrada dei Fiori die de stad Genua verbindt met Frankrijk, lijkt de vlakte waarin Albenga ligt wat rommelig, maar eenmaal voorbij het moderne beton in de richting van de azuurblauwe zee kom je terecht in een sfeervol centro storico. Het belooft een binnenstad met een wirwar aan smalle steegjes, heerlijk eten, een kunstrijk plein vol torens en een eeuwenoude kathedraal. Ik zocht op een strak zonnige middag in oktober uit of dat waar is.
“Juist in het voor- of najaar is het heerlijk rustig slenteren door de steegjes van Albenga’s centro storico.”
Aangekomen in deze Ligurische stad ontdek je al snel waarom toeristen uit heel Europa zich aangetrokken voelen door deze badplaats. Ik kwam op het juiste moment, want in het voor- of najaar is de stad op z’n best. De zon schijnt er dan vaak volop en het licht valt mooi over de eeuwenoude palazzi. Belangrijker is dat het voor en na het hoogseizoen hier rustig slenteren door het oude centrum is. Eenmaal binnen de historische stadsmuren zie ik direct: Albenga is een van de mooiste stadjes van West-Ligurië en een bezoek meer dan waard.
Een Romeinse sleutelpositie
Albenga behoort tot een van de grotere plaatsen langs dit deel van de Ligurische kust en is bijna net zo groot als het nabij de Franse grens gelegen Ventimiglia. De stad is tegenwoordig vooral een pittoreske vakantiebestemming, maar heeft door de eeuwen heen een invloedrijke rol gehad. Het ligt in een richting de zee steeds breder wordend dal van de rivier de Centa. De historie van de stad gaat eeuwen terug, langs de rivier zijn restanten gevonden van thermen en graftombes uit de oudheid. Ooit was het de hoofdstad van de Liguriërs, met een sleutelpositie in het Romeinse rijk.
“Ten tijde van het Romeinse rijk staat de badplaats bekend als Municipium Albingaunum en was het een relevante havenstad.”
Gedurende de Romeinse periode stond de badplaats bekend als Municipium Albingaunum en was het een relevante havenstad. Later trok de kustlijn verder de zee in en verloor hij zijn economische functie als regionale haven. Andere steden stonden in de rij om de macht van Albenga over te nemen. En dat deden ze; de rol van hoofdstad werd al snel afgepakt door het nabije Genua.
De Ligurische torenstad
De skyline van Albenga wordt gedomineerd door middeleeuwse torens, die de stad al eeuwen overzien. Hoog, hoger, hoogst was hier het middeleeuwse credo. Rond het historische en goed bewaard gebleven stadshart zijn ook de verdedigingsmuren nog intact en binnen de poorten wandel je in een labyrint van steegjes en compacte pleinen.
De torens zijn al even hoog als sierlijk. Drie ervan staan dicht op elkaar naast de indrukwekkende kathedraal San Michele. Andere historische torens werden door vooraanstaande burgers gebruikt om uitzicht op zee te houden. Goed voor de status en nog meer voor het veilige gevoel van de bourgeoisie. Zo kon men vanuit de stad de schepen zien naderen en was men op tijd gewaarschuwd voor naderend onheil.
“Iedereen met enig aanzien pootte hier vroeger een fikse toren in zijn tuin. Nog altijd ben je hier in het San Gimignano van het noorden.”
De belangrijkste overgebleven torens van de stad zijn de Torre Peloso Cepolla die bij het gebouw van het Museo Navale Romano en het Istituto Internazionale di Studi Liguri aan de Piazza San Michele hoort. Ze vormen de trots van de stad en stiekem voelen de Albenganesi zich daarom nog altijd net iets machtiger dan de inwoners van andere Ligurische badplaatsen. Macht kwijt of niet.
Kunsthistorisch erfgoed in de San Michele kathedraal
Ook vanuit kunsthistorisch oogpunt is er in Albenga veel te zien. Allereerst is er die kathedraal van San Michele. De huidige Romaanse kerk dateert uit de elfde eeuw, maar werd gebouwd op de resten van een eerdere kerk die waarschijnlijk al in de vierde eeuw na Christus is gesticht. Daarmee behoort deze kerk tot een van de oudste van dit gebied.
Het interieur moet je zeker ook bekijken. Romaanse pilaren scheiden de centrale middenbeuk van de zijgangen en er zijn bijzondere beeldhouwwerken, schilderijen en fresco’s te bewonderen. Je ziet hier onder andere werken uit de 19e eeuw van de schilders Maurizio en Tommaso Carregadei. Ook is er een prachtig barokaltaar en vind je er nog een aantal andere schilderijen zoals het vijftiende eeuwse werk ‘De Twee Tafels’ en het ‘Wonder van San Verano’. Dat laatste kunststuk toont de Franse bisschop uit de 6e eeuw wiens stoffelijke resten nog altijd in een tombe van de kerk rusten. Andere belangrijke bouwwerken in het hart van de stad zijn de toren van het Palazzo Vecchio, de doopkapel uit de vijfde eeuw en het bisschoppelijk paleis.
Lokale folklore op de markt
Naast veel horeca zijn er in de oude stad ook diverse musea of lokale activiteiten de moeite waard. Zo is de wekelijkse markt op zaterdag een aanrader voor het ontdekken van lokale producten. Denk aan Ligurische kazen, diverse vleessoorten en mediterrane ingrediënten, maar ook kleding, leerproducten en andere lokale folklore.
“De zaterdagmarkt trakteert bezoekers op een royaal aanbod van lokale producten.”
Liefhebbers van olijven doen er goed aan het olijvenmuseum aan de Via Mameli te bezoeken. De inmiddels vijfde generatie van de familie Sommariva is actief in de olijfolie-industrie en in het museum vind je alles over olijven, olie en de bijbehorende tradities. Naast olijfolie levert de streek rond Albenga nog een mooie witte wijn op: de Riviera Ligure Ponente Pigato. De wijn van de pigato-druif levert een wat amandelachtige smaak. Aangezien Ligurië maar weinig vlaktes kent, kan deze vino bianco niet in grote hoeveelheden geproduceerd worden. Dat laat je van deze ‘witte’ alleen maar extra genieten.
De omgeving van Albenga
Albenga uitgespeeld? Ook in de omgeving is genoeg te doen. Allereerst zijn er de royale zandstranden van de Riviera di Ponente. Met de restaurants in de ommuurde binnenstad binnen handbereik is het hier heerlijk om twee of drie weken vakantie te vieren. Ook is het een aanrader om bij een langer bezoek een keer de bergen van het achterland in te trekken. Vanaf de afrit van de Autostrada dei Fiori kun je in de richting van Cuneo en Torino rijden.
Direct na het verlaten van Albenga wordt het landschap langs de rivier de Neva snel heuvelachtig en passeer je lieflijke dorpjes zoals Zuccarello. Na deze romantische borgo più bello dell’Italia stijgt de weg verder omhoog en kom je voorbij Castelvecchio di Rocca Barbena aan de grens tussen Ligurië en Piemonte. Rijd daarna sowieso nog even door naar de Colle di San Bernardo, want dat is met 957 meter het hoogste punt van deze toeristische route naar Turijn. Het is een mooie stuurmansweg met uitzicht op de groene bergen van Ligurië. In het dunbevolkte gebied liggen authentieke dorpjes op de berghellingen geplakt en je vindt er ook een aantal mooie wandelroutes. Je kunt overigens langs de hele Ligurische kust lopen.
Al met al biedt het gebied rond Albenga daarmee alle ingrediënten voor een afwisselend verblijf. Strandleven, mooie wandelroutes, slingerende wegen waarop je kunt mountainbiken, kunsthistorie en een heerlijke lokale keuken vormen hier een aantrekkelijke cocktail voor zowel de kortere als de lange vakantie. En dat op slechts zo’n 1200 kilometer van Utrecht. Albenga blaast weliswaar nog altijd hoog van de toren(s), maar verdient beslist een uitgebreide stop.