Calcio Storico is de nachtmerrie van elke Italiaanse moeder
Neem een portie voetbal, een schep rugby, een vleugje worstelen en een snufje vechtsport, gooi het in de blender ed ecco: je hebt Calcio Storico gemaakt. Braafjes gezegd historisch voetbal, in de werkelijkheid de bruutste strijd om kampioenschap in de geschiedenis van de sport. Denk ik. En tevens het grootste spektakel van het jaar in Florence (al is dit modespektakel meer mijn ding, maar dat ben ik).
Calcio Storico
Afgelopen twee weken werden de voorrondes gespeeld van Calcio Storico op het vaste honk: Piazza Santa Croce. Volgens de traditie wordt de finale jaarlijks op feestdag San Giovanni gespeeld, de 24e juni. Dit jaar alleen één keertje op 15 juni, omdat de feestdag samenvalt met de gemeenteraadsverkiezingen. Calcio Storico, dat zich dus vertaalt naar historisch voetbal, is in alles een nogal antiek spelletje waarvan de vastgeroeste regels niet zijn meegegaan met de tijd. Althans, regels… die zijn er eigenlijk vrijwel niet.
De finale is dit jaar voor de derde keer op rij tussen de Rossi e Azzurri, oftewel het rode team Santa Maria Novella en het blauwe team Santa Croce, waartegen de Bianchi (Santo Spirito, wit) en de Verdi (San Giovanni, groen) het moesten afleggen. Het balletje moet in het netje aan de overkant, maar er staan wel 27 monsterlijk grote spelers in de weg. Scoren en verdedigen gebeurt met ellebogen, handen, voeten, noem maar op. Het enige wat niet mag is wisselen. Ligt je teamgenoot te creperen op de grond, dan negeer je ‘m, want het spel gaat gewoon door. Spelers belanden zo ongeveer altijd in het ziekenhuis en twee keer werd het toernooi zelfs stilgelegd en moesten er heren voor de rechtbank verschijnen (ik vraag me nu dan toch af hoe ver je moet gaan om dat te bereiken als alles mag?).
Historisch voetbal
Voor Calcio wordt het volledige piazza omgegooid, iets waar mijn tante die aan het plein woont allesbehalve blij mee is. De metershoge tribunes (die minimaal een maand lang het hele uitzicht op een van de mooiste kerken van de stad verpest) zijn nog het minst ingrijpend, want ook wordt er een gigantische bak zand op het enorme stenen plein gestort. Je zou denken dat het ten gunste is van valpartijen, maar nee. Het speelveld moet er zo uitzien als hoe het ooit begon, een vies en stoffig veld zonder stenen.
Al in 1580 zette de Florentijnse graaf de eerste ‘regels’ op papier. De rijken bedachten het spelletje, dat voor lange tijd alleen was voor de aristocraten. Weer ‘ns wat anders dan een potje golf. Waar er voor gevochten wordt? Een Chianina-kalf. Wilde gok dat die ingezet wordt als voer voor volgend jaar, want je moet van goeden huize komen – lees: gigantische genen hebben – om het wildwestenvoetbal te winnen.
Om kaartjes was het ook vechten, die waren dit jaar binnen een mum van tijd uitverkocht. Tot grote woede van de Florentijnen; er bleken er een hoop verkocht te zijn aan mensen van buiten de stad. Pas maar op dus, als je nog eens op de tribune wilt klimmen. Veiliger is wellicht om het zondag te streamen.