6 manieren om il dolce far niente ook thuis te omarmen
Ik ben thuis en ik ben in de rouw. Mijn jaarlijkse verhuizing naar Florence zit er weer op en ik moet me weer in het Hollandse stramien wringen waar ik volgens mij niet helemaal in pas. De blues is zelfs zo ernstig dat ik moeite heb met het schrijven over Italië, want ik wil er gewoon zíj́n. Dus maak ik vandaag van de nood een deugd en neem ik je mee in mijn zoektocht naar il dolce far niente, maar dan voor thuis.
1. Langzaam eten
Piaaano, piaaano. Als er iets is wat Italianen goed kunnen, is het langzaam zijn. Behalve als ze praten. Nu ben ik zelf niet zo’n slome en is zo’n tandje minder voor alles wel goed, maar waardeer ik de rust op één punt van de dag in het bijzonder: tijdens het eten. In Italië neem je daar de tijd voor, zoals het eigenlijk zou moeten. Dat is niet alleen goed voor je lijf, maar zo leer je wat er op je bord ligt ook waarderen en las je een momentje van rust in – zelfs aan een volle tafel. Langzaam eten, dat kun je thuis ook. Makkelijk.
2. Helemaal niks plannen
Hé, ik heb nooit gezegd dat het makkelijk zou worden hè. Mijn grootste blokkade sinds ik terug ben is de gemiddelde agenda. Die staat in Nederland namelijk ramvol. En dat is ook weer een van de dingen die ik in Italië het allermeest waardeer: daar plant men amper tot niet. Afspreken doe je ‘vanavond’ en de tijd en plek, die hoor je later wel. Je zorgen maken over te laat komen hoeft niet, want te laat bestaat niet; je bepaalt lekker zelf wanneer je aan komt kakken (al is er heus wel een tijdsvak, maar dat is niet strikt). Tot mijn verdriet is helemaal niks plannen in Nederland vrees ik alleen weggelegd voor mensen die gelijkgestemde vrienden hebben, of einzelgängers.
3. Meer de deur uit
De Italiaan leeft buiten, want waarom zou je je altijd opsluiten tussen vier muren? Vooruit, tijdens een plensbui dansen Italianen ook niet over de straten, maar de vrije tijd wordt zo veel mogelijk in de open lucht besteed. En ik geloof er heilig in dat dat een algemeen genot is, dus hup, eropuit.
4. Tijd doorbrengen met familie en vrienden
Deze sluit aan bij het puntje hierboven. Ik heb het idee dat er geen enkele Italiaan is die zo veel Netflixend op de bank zit als ik wanneer ik thuis ben. En in Italië pas ik me daar ineens moeiteloos op aan; mijn account ligt telkens maandenlang stil. Ben je klaar met werken, dan zet je de tv niet aan, maar ga je naar familie en vrienden. Als je daar zin in hebt dan hè. Piano, piano.
5. Doe je telefoon even weg
Ook mijn schermtijd is drastisch gedaald; het enige waar hij overuren op draaide was filmpjes maken. Over het algemeen ben ik geen voorstander van telefoons aan tafel of belletjes tijdens afspraken, maar in Italië voelde ik me al een bandiet als ik een ongemakkelijke stilte probeerde te sussen met één blik op Instagram. De telefoon weg geeft rust en is hartstikke sociaal.
6. Even lekker niksen
Want dat is wat het is: il dolce far niente is de zoete kunst van het nietsdoen. Wat wíl je in plaats van wat moet je? Zet een stoeltje in de zon en ga gewoon eens even zitten. Of loop een rondje naar waar je uitzicht hebt, en kijk gewoon wat rond. Of blijf op je bank zitten, als je daar zin in hebt. En plan een nieuwe trip om over te dromen, wat ik nu gauw ga doen.