Het onontdekte Le Marche in 8 tips van locals

Le Marche is een regio die voor velen niet direct bovenaan het lijstje staat. Ik bezocht zowel Le Marche als Toscane in één trip en kwam er al gauw achter dat er een kleine rivaliteit is tussen de twee regio’s. Inwoners van Le Marche zijn trots op hun landbouw – daar kun je niet omheen – die volgens hen veel beter is dan in Toscane, inwoners van Toscane doen alsof Le Marche niet bestaat. En al vond ik zelf op het eerste gezicht Le Marche prachtig, maar wel een milde versie van Toscane, werd mijn mening door onze vrienden van agriturismo Qui Voglio al gauw bijgesteld, die me meenamen door hun regio.

Le Marche heeft veel, heel veel: de glooiende velden die volop bewerkt worden, maar ook ruigere natuur richting de grens van Umbrië en heerlijke stranden in het oosten. Tra mare e monti, dat is waar ze er dan ook apetrots op zijn en wat de kracht en veelzijdigheid van Le Marche perfect beschrijft. Daarnaast heeft Le Marche iets waar veel andere regio’s niet over mee kunnen praten: de stadjes worden niet overlopen door toeristen, de stranden zijn nog weggelegd voor Italianen en je vindt er alle rust waar je naar op zoek bent tijdens je vakantie. Met Qui Voglio als reisgids gingen we de Marken in, met deze tips voor jou als resultaat.

Wat te doen in de Marken

» Lunchen op het strand aan de Riviera Conero
» Wijnproeven bij een Azienda Agricola
» Zoek het mooiste uitzicht in de hooggelegen borghi
» Zomeropera in het Sferisterio van Macerata
» De grotten van Frasassi & Tempio del Valadiers
» Het huis van Maria in Loreto
» Ontdek de olijven en olijfolie van Le Marche
» Bewonder renaissancekunst in Urbino

1. Uitgebreid lunchen op het strand aan de Riviera Conero

Het Parco Regionale Naturale del Conero heeft het allemaal: een groen natuurgebied met wandelpaden, stadjes met magische uitzichten en de mooiste stranden van verscholen kiezelbaaitjes tot bredere zandstranden. Ga net als alle Italiaanse families uitgebreid lunchen op het strand voor de échte pranzo-beleving. In Sirolo doe je dat bij La Paranza met anti-pasti misti, een proeverij van gemengde visgerechtjes. Op het iets verderop gelegen en ruigere Spiaggia Sassi Neri vind je eenvoudige lunchtentjes met ijsjes, broodjes, salades, drankjes en goede koffie. Bij Il Molo in de rustige baai van Portonovo wordt van je bijzettafel naast je bedje een lunchtafel gemaakt en hoef je niet eens op te staan. Zuidelijker ligt Porto Recanati, een levendige badplaats met veel strandtenten, terrassen en winkels waar La Rotonda de plek is voor een goede lunch.

2. Ga wijnproeven bij een Azienda Agricola

Le Marche staat bekend om zijn witte wijnen van de verdicchio-druif. Rondom Jesi vind je overal wijnhuizen die in 25 verschillende ‘castelli‘ de beroemde Verdicchio dei Castelli di Jesi maken. Je wordt er doorgaans hartelijk ontvangen, krijgt er rondleidingen voor niets en het familieverhaal er ook nog eens bij cadeau. Voor een rondje over het wijngoed mag overigens volgens de wet geen geld gevraagd worden, dus vriendelijk is het zeker om een flesje wijn af te nemen. Al is dat niet waar de wijnmakers op zullen hameren, want ze vertellen je hoe dan ook met liefde over hun product.

Omdat er zo’n duidelijke hoofdrol is weggelegd voor de verdicchio-druif, is het onwijs interessant om de verschillen te proeven die een wijnmaker je kan laten zien binnen één soort wijn. De verdicchio die wij kennen uit de supermarkt is namelijk echt níet vergelijkbaar met de kwaliteitswijn die er gemaakt wordt, wat wij onder meer proefden bij de jonge broers van Marasca Rossi. Wat grootser opgezet is wijnhuis Guerrieri, ook een bezoek waard. Naast verdicchio maken producenten ook rood van lacrima en wordt pecorino veel gemaakt in de regio – houd je ogen en oren open als je er bent, want met een beetje geluk pak je net als wij een wijnfestival mee in een pittoresk dorpje waar ze allemaal per glas te proeven zijn.

3. Zoek het mooiste uitzicht in de hooggelegen borghi

Het is moeilijk om een plat stukje te spotten in de Marken. Typerend voor het landschap zijn de borghi die op de toppen van de heuvels liggen en er met torens letterlijk bovenuit torenen. In deze hoger gelegen dorpjes dwaal je door middeleeuwse steegjes en is het uitzicht aan de ene kant nog mooier dan de andere. Want hier zie je dat ’tra mare e monti’ het allerbest terug: op links heuvels en bergen, op rechts in de verte de zee.

Bezoek bijvoorbeeld Corinaldo, bekend om zijn oude stadsmuur en trappen, waar de traptreden dienen als terras voor de aperitivo of een ijsje. In San Paolo di Jesi vinden in oktober kersenwijnfeesten plaats en herken je het hele dorp niet meer terug. Het wijnfeest waar wij belandden was in het dorpje Cupromontana, waar de hoofdstraat volgebouwd werd met stalletjes en tegen de avond sprookjesachtig werd verlicht.

4. Ga naar een zomeropera in het Sferisterio van Macerata

Op een van die vele heuvels van Le Marche ligt het middeleeuwse stadje Macerata. Op het centrale Piazza della Libertà vind je een van de oudste universiteiten van Italië, de eeuwenoude Torre Civica en openluchttheater Sferisterio uit de negentiende eeuw. Er worden voorstellingen van muziek tot ballet gegeven, maar in de zomer moet je er zijn voor één hoogtepunt: het Macerata Opera festival. Bereid je wel voor op een lange zit, want zo’n voorstelling duurt al gauw vier uur. En al klinkt dit alles misschien wat ouderwets, is Macerata dat absoluut niet. Het is een levendige studentenstad met veel jongeren en overal terrassen.

5. De grotten van Frasassi & Tempio del Valadiers

De Grotten van Frasassi zijn toeristische attractie nummer één in Le Marche. Laat je niet afschrikken door de entree (een soort Efteling-attractie in de mix met een kerstmarkt), wat je binnen staat te wachten is de moeite waard. Het grottenstelsel met een dicht netwerk van gangen, tunnels, schachten en kamers is kilometerslang en wordt tot een van de mooiste van Europa beschouwd. Er leven vleermuizen, zijn vijvers en overal stalactieten en stalagmieten te zien.

Rij te lang? Een van mijn persoonlijke hoogtepunten was de Tempio del Valadiers iets verderop, die je gratis bezoekt. Kleine klim naar boven die vooral steil is maar niet lang – even doen alsof je een tempelier bent – om daar totaal weggeblazen te worden door het uitzicht om je heen. Het landschap van Le Marche verandert in dit gedeelte namelijk compleet, van landbouwgrond naar ruig groen met enorme rotsen. Bovenaan het pad staan de eenvoudige Eremo di Santa Maria infra Saxa (ergens rond het jaar 1000 gebouwd) en de Tempio del Valadiers, gebouwd in een halfopen grot. Loop daar een rondje omheen, kijk om het hoekje naar de rotsen en hou je vast, want van dit uitzicht val je haast om.

6. Bezoek het huis van Maria in Loreto

Een goede eerste indruk maken, dat heeft Loreto wel onder de knie. De eerste aanblik van de stad die hoog boven het landschap uittorent is op z’n minst indrukwekkend te noemen. Loreto is op zichzelf niet al te spannend, maar heeft één troef die de stad een moetje maakt in Le Marche: de Basilica della Casa Santa. De basiliek is half vesting, half kerk en heeft de op twee na grootste koepel van Italië. Naast een hele hoop fresco’s om je aan te vergapen staat in het hart van de basiliek hetgeen dat Loreto tot bedevaartsoord maakt: het geboortehuis van Maria. Door engelen overgevlogen uit Nazareth en in de kerk veilig in een ‘nieuw’ marmeren jasje ondergebracht. Mooie mythe overigens, want dat stukje van die engelen bleek een vertaalfoutje. De kruisvaarder die de restanten van het huis overbracht heette namelijk Angeli, en deed dat met ’n doodgewone boot. Maakt het Heilige Huis er overigens niet minder op, hoor.

7. Ontdek de olijven en olijfolie van Le Marche

Naast wijngaarden wordt in Le Marche veel olijfolie gemaakt, zo ook bij agriturismo Qui Voglio. Zij brengen hun olijven naar Oleificio Rosini in San Paolo di Jesi, een familiebedrijf dat deze verwerkt tot olijfolie. Zo’n oleificio kun je ook bezoeken; bij Rosini is het Nadia die je graag vertelt over hoe je een goede olijfolie herkent, over het productieproces en hoe je proeft. Dat proeven doe je vervolgens zelf aan een gedekte tafel in de olijfboomgaard, waar je voor een vijftientje op de eerste rij zit met lunch en een glas wijn erbij.

Daarnaast heeft het zuiden van de regio een eigen specialiteit: olive all’Ascolona. De groene Ascolana-olijven zijn van flink formaat, waardoor ze ideaal zijn om te vullen. Dat gebeurt in Ascoli Piceno met een op smaak gebracht vleesmengsel, waarna de olijven met jasje van paneermeel de frituur induiken. Je hóeft er niet voor naar Ascoli Piceno, want elders staan ze ook zeker op de kaart, maar de bakermat bezoeken is natuurlijk net even leuker. Daarnaast heeft Ascoli Piceno als stad van honderd torens genoeg te bieden, zoals de Pinacoteca voor kunstliefhebbers, de kerk van San Francesco, Palazzo dei Capitani en koffie bij Caffé Meletti op het mooie stadsplein.

8. Bewonder renaissancekunst in Urbino

Urbino is nog zo’n imposante ommuurde stad in Le Marche, die je als kunstliefhebber een bezoekje moet brengen. Het imposante Palazzo Ducale was het hof van hertog Federico da Montefeltro, een van de belangrijkste aanjagers van de Renaissance buiten Florence. Nu is het een enorm museum met werk van onder meer Piero della Francesca, Botticelli en Raphael – die laatste werd er om de hoek geboren. Naast van historische waarde is Urbino ook een levendige universiteitsstad. Ben je er, vergeet dan niet om er crescia te eten (een met reuzel bevochtigd flatbread, gevuld met van alles van snijbiet tot ham en kaas). Tot slot is een rondje door het Parco della Resistenza een aanrader, een groen park onder het verwoeste middeleeuwse kasteel.