Umbrië, het groene hart van Italië in 9 tips

Umbrië Italië

Uitgestrekte natuurgebieden, golvende groene heuveltoppen met daartussen authentieke steden en dorpjes als Perugia, Orvieto en Assisi, Spello, Todi en Trevi. Overal waar je komt in Umbrië word je hartelijk welkom geheten en de inwoners van elke stad en elk dorp vertellen met zichtbare trots over hun thuis. De regio draagt de bijnaam van het groene hart van Italië en werd al eens uitgeroepen tot meest gastvrije regio van Italië. Daarbij is Umbrië ook nog een waar wijnwalhalla en barst het van de lokale delicatessen. Tijd om Umbrië te ontdekken in 9 tips.

» Het middeleeuwse Perugia
» De grootse Duomo van Orvieto
» Wijnroute Strada del Sagrantino
» Kookworkshops in Umbrië
» De uitgestrekte Piano Grande
» Bevagna – een van de mooiste dorpjes
» Spello – fotogeniek en vol bloemen
» Rasiglia – ‘Venetië van Umbrië’
» Op een Vespa, wijnsafari of raften

1. Perugia – sfeer proeven in een middeleeuwse stad

Perugia, de hoofdstad van Umbrië, laat zich graag straatje voor straatje ontdekken, om je telkens opnieuw te verrassen. Omdat het historisch centrum niet zo groot is, kun je gemakkelijk te voet langs alle bijzondere plekken wandelen en op je gemak alle moois in de stad bekijken. We tippen een aantal dingen die je niet mag missen tijdens je bezoek aan Perugia.

2. Orvieto – van de grootse Duomo tot een diepe put

Orvieto ligt op een tufstenen plateau dat statig oprijst uit het groen. Je slentert er langs vele kerken, grotten, pleinen en palazzi, geniet van de ongedwongen sfeer en sluit de dag af met een glas wijn in de schaduw van de Duomo.

Deze Duomo is dé blikvanger van de stad. De deuren zijn tot in het kleinste detail versierd met kleurrijke mozaïeken, waarover dankzij de vaak volop schijnende zon een gouden gloed hangt. Hij is ook de moeite waard van binnen. Hoogtepunt is de Cappella di San Brizio, met prachtige schilderingen die Het Laatste Oordeel verbeelden. Kunstenaars Beato Angelico en Benozzo Gozzoli begonnen er in 1447 aan, maar niet voor lang. Het was de Toscaanse Luca Signorelli die het grootste werk verrichtte, en zich niet alleen liet uitbetalen in geld, maar ook in alle wijn die hij maar kon drinken.

De ruim veertig meter hoge Torre del Moro laat elk kwartier van zich horen. Bovenop de toren is een uitkijkplatform vanwaar je een prachtig uitzicht over de omgeving hebt. Het is wel een flinke klim: ondanks de lift staan je nog honderdvijftig treden omhoog te wachten.

Je kunt in Orvieto niet alleen de hoogte, maar ook de diepte in. Vlakbij de Duomo ligt het Parco delle Grotte, een stuk groen middenin de stad. Het is vernoemd naar een grottencomplex dat je kunt bezoeken tijdens een rondleiding van Orvieto Underground. Daarbij ontdek je het labyrint aan grotten dat is uitgehouwen in het tufstenen plateau waarop Orvieto is gebouwd. Meer ondergronds bijzonders is de Pozzo di San Patrizio. Hoewel deze waterput al uit 1527 stamt, is het een technisch hoogstandje waar hedendaagse ingenieurs hun hart aan op kunnen halen.

De Corso is de belangrijkste (winkel)straat van Orvieto. Familiebedrijf Frantoio Bartolomei maakt smakelijke olijfolie, die hier samen met andere Umbrische delicatessen wordt verkocht. Je kunt er ook een hapje eten. Voor een goed glas wijn en een bord vol vleeswaren en kazen uit Umbrië kun je terecht bij Cantina Foresi, naast de Duomo. Bezoek dan ook gelijk de eeuwenoude wijnkelder, die is uitgehouwen in het tufsteen. Lunchen doe je bij Bottega Vera, waar je een op maat gemaakt broodje kunt bestellen, belegd met vleeswaren, kaas en extra’s als zongedroogde tomaten. Of ga er voor wijn met snacks of een uitgebreide aperitivo die makkelijk de plek van het avondeten in kan nemen.

Ook lekker voor de lunch of diner is Trattoria del Moro Aronne. Kies als antipasto voor de pecorinoflan met tuinbonencrème, gevolgd door de polpette di melanzane (aubergineballetjes) met een portie aardappeltjes uit de oven om te delen. Een uitstekend restaurant voor een romantisch diner voor twee is I Sette Consoli.

Een paar kilometer ten zuiden van Orvieto vind je de middeleeuwse Abbazia di Santi Severo e Martino. De abdij is nu deels omgetoverd tot het luxe hotel La Badia, maar een deel ervan kun je nog bezoeken. Bezoek ‘m voor de prachtig ingelegde vloer, het fresco in het Oratorio del Crocefisso en de resten van middeleeuwse fresco’s in de kerk zelf.

3. Strada del Sagrantino – proef van heilige wijn

Een van de mooiste wijnroutes van Italië is de Strada del Sagrantino, die je langs eindeloze wijngaarden voert waar de druiven voor deze robuuste rode wijn rijpen. Het vertrekpunt van de Strada del Sagrantino is Montefalco, dat vanwege de ligging op een hoge heuvel uitzicht biedt over een groot stuk van het dal van Spoleto.

Aan de voet van de heuvel waarop Montefalco ligt, kun je de Montefalco Sagrantino DOCG proeven bij Colle Ciocco. Ook bij Paolo Bea staat de wijn voor je klaar. Een andere cantina die je niet mag missen is Scacciadiavoli, ‘verjaag de duivels’ – een naam die te danken is aan de duiveluitbanner die in het nabijgelegen dorpje woonde en die tijdens de uitdrijvingsrituelen veel wijn gebruikte. Het wijndomein werd in 1884 opgericht door de Prins van Piombino. Tegenwoordig is het de familie Pambuffetti die het grote landgoed runt en duivels goede Montefalco Sagrantino DOCG en Sagrantino Passito DOCG maakt.

Nog een adres dat je op deze wijnroute niet mag overslaan, is Tenuta Castelbuono. De cantina van Tenuta Castelbuono draagt de naam Carapace (‘schild’) en is gemaakt door Arnaldo Pomodoro, een van de bekendste hedendaagse Italiaanse kunstenaars.

Heb je geen tijd om de Strada del Sagrantino te volgen, stop dan bij Enoteca L’Alchimista in Montefalco om van de Sagrantino te proeven. Ruim twintig jaar geleden begon dit familierestaurant als enoteca met twee tafeltjes. Ondertussen is het behoorlijk gegroeid, maar nog altijd word je verwelkomd door eigenaresse Barbara en haar vriend Giuseppe. Haar moeder zwaait de scepter in de keuken, haar vader runt hun boerderij even buiten het dorp. L’Alchimista kookt grotendeels met eigen oogst, volgens het ritme van de seizoenen, met altijd een prachtige wijn die perfect bij je gerecht past.

4. Volg een kookworkshop in Assisi, Montefalco of Todi

Letizia Mattiacci, geboren en getogen in de heuvels rondom Assisi, deelt de passie voor haar regio graag met de gasten van Alla Madonna del Piatto, een agriturismo waar je Umbrische gerechten leert maken, met hier en daar een Siciliaanse snuf. Ook bij Il Ghiottone Umbro wacht je een heerlijk verblijf, in een gerestaureerd huis in Scandinavische stijl van de Deense eigenaren Thomas en Lisbeth. De chef-koks hebben een eigen kookschool en koken op verzoek graag voor gasten.

Hoewel het vooral bekend staat als wijnhuis, kun je ook bij Moretti Omero (vlakbij Montefalco) terecht voor een fijne kookworkshop onder de leiding van Giusi en haar nonna, die in de keuken aanschuift om te keuren of alles volgens Umbrische traditie gaat. Uiteraard mét uitgebreide lunch of diner na afloop en glas wijn van Moretti Omero.

5. Piano Grande – kleurrijke velden en heel Italië in het groen

Op de grens van Umbrië en Le Marche ligt het natuurgebied van de Monti Sibillini. Het mooiste gedeelte van dit natuurgebied is de Piano Grande. Deze ‘grote vlakte’ is met een oppervlakte van zo’n twintig vierkante kilometer met recht groot te noemen. Je kijkt ver uit over Italië in het groen en in het voorjaar (zo ongeveer van eind mei tot half juli, afhankelijk van het weer) wordt de Piano Grande gekleurd door een zee aan bloemen, van dieprood tot felgeel en hemelsblauw.

6. Bevagna – een van de mooiste dorpjes van Umbrië

Armin van Buuren koos dit middeleeuwse dorpje uit voor de videoclip van zijn hit Sunny Days, kijk maar eens terug. Niet gek, want Bevagna is officieel benoemd tot een van de mooiste dorpjes van Italië én er wappert een Bandiera Arancione, een oranje vlag als teken dat het tot de meest gastvrije dorpjes van Italië behoort. Je vindt er onder meer resten van een Romeins theater en een deels bewaard gebleven thermencomplex. De van mozaïek gemaakte zeegoden, zeeslangen, dolfijnen, vissen en fantasiedieren is levensecht. Aan het Piazza Silvestri, met de robuuste fontein, vind je onder meer het Palazzo dei Consoli, dat het kleine juweeltje Teatro Torti herbergt. Achter de San Francesco vind je een doolhof van straatjes waar je de middeleeuwse sfeer het best ervaart.

7. Spello – fotogenieke straatjes vol bloemen

In de Romeinse keizertijd was Hispellum, zoals Spello toen heette, een bloeiende kolonie. De Romeinen bouwden er onder meer de eerste versie van de Porta Venere, die haar naam dankt aan Venus, de godin van de schoonheid. Alsof de Romeinen al wisten dat Spello zou uitgroeien tot een van de mooiste plaatsjes van Umbrië.

Spello is een verrassing van kleuren. Niet alleen door de bloemen en planten op balkonnetjes, trapjes en langs de gevels, maar ook door de kleuren in de kerk Santa Maria Maggiore. Het kleurrijkst is het dorpje tijdens de Infiorata, wanneer er in de straten een bloementapijt wordt neergelegd. Na weken van voorbereiding worden de straten in één nacht bedekt met kilo’s keurig gearrangeerde bloemblaadjes in allerlei motieven. Een monnikenwerk. De data wisselen elk jaar; je vindt alle details op de website van Infiorate di Spello.

Een culinaire tip in Spello is Enoteca Hispellum, waar je na een wandeling terechtkunt voor een goed glas wijn en grote borden vol lekkers uit de omgeving. Even buiten Spello kun je de Villa dei Mosaici bezoeken, een oude Romeinse villa vol met mooie mozaïeken van dieren, mensen en geometrische figuren.

8. Rasiglia – ‘het Venetië van Umbrië’

Vanwege het vele water dat door het middeleeuwse dorpje stroomt wordt Rasiglia ook wel ‘het Venetië van Umbrië’ genoemd. De kracht van het water werd gebruikt voor het aandrijven van verschillende molens, onder meer om graan te malen of om kostbare stoffen te kleuren. Toen het water als energiebron werd vervangen, trokken veel mensen weg. Tegenwoordig telt Rasiglia nog maar een klein aantal inwoners, maar de mensen die zijn achtergebleven, hebben er wel voor gezorgd dat de waterwegen prachtig zijn hersteld, zodat je als bezoeker een kijkje krijgt in het middeleeuwse Rasiglia dat floreerde dankzij de waterkracht.

9. Ontdek Umbrië op een Vespa, maak een wijnsafari of ga raften

Op zoek naar een originele manier om Umbrië te verkennen? Huur dan een Vespa bij Umbria in Vespa, zodat je de schoonheid van het landschap nog beter kunt ervaren, met alle vrijheid die een scooter met zich meebrengt. Nóg bijzonderder is het om Umbrië vanuit de lucht te zien. Kijk maar eens bij Umbria in Volo, waar je een reservering kunt maken om te paragliden.

Ga je liever het water op? Er zijn verschillende plekken waar je kunt raften of kano kunt varen, onder meer bij de Cascate delle Marmore, in de Valle di Nera en in Scheggino. Ook Rafting in Umbria biedt verschillende opties.

Azienda Agraria Brunozzi, een cantina vlak bij Montefalco, organiseert een wel heel bijzondere wijnproeverij: een wijnsafari per jeep. Na een hobbelige tocht die dwars door de wijngaarden voert, bezoek je de wijnkelder en proef je van de wijnen van Brunozzi, vergezeld van bruschetta’s, kaas en andere delicatessen.