Un’ode a de edicola

Italië heeft de Fiat, het Colosseum, de Vespa en het Vaticaan. Het heeft Michelangelo, Andrea Bocelli en Gianluigi Buffon. Én Italië heeft de edicola.

Ze zijn machtig mooi, zien eruit alsof niemand zich er ooit om heeft bekommerd om ze te moderniseren. De oudste van het land vind je in Mantua, die staat al sinds 1882 overeind. Deze Piazza Canossa-kiosk is misschien ook wel de schoonste van allemaal, opgetrokken uit glas en ijzer, in Art Nouveau-stijl. Maar de gemiddelde edicola heeft een façade die bijna geheel bestaat uit papier en plastic troepjes, waar ergens een verkoper achter verstopt zit. Je vindt er sinds jaar en dag de dagelijkse krant en diepgaand leesvoer, maar het allermooist zijn wel de roddelbladen. Die nemen in Italië nog altijd een groot deel van het assortiment in, zijn met velen en zijn in jaren geen euro duurder geworden: één of twee euro leg je ervoor neer. Elk exemplaar heeft dezelfde inhoud, alleen in een andere volgorde.

De edicola is er niet alleen voor de blaadjes, het is ook een ontmoetingsplek. Zoals bij ongeveer alles in Italië moet je er de tijd voor uittrekken om er iets te gaan kopen. De kans is aanwezig dat er buurtbewoners in de rij staan die met elkaar en de verkoper de orde van de dag moeten bespreken. En als zij uitgepraat zijn, dan kan het zomaar dat de oudste inwoner van de straat voor je staat met zijn zakken vol met kleingeld. Ongeteld, uiteraard. Dat moet in de rij nog gebeuren, en pas wanneer hij aan de beurt is. Het zicht van de beste man is helaas al een paar jaartjes achteruit gehold. Het duurde er bij mij daarom eens zo lang om een buskaartje te kopen, dat ik bijna naar de drogheria om de hoek ging waar dat ook kan. Maar dat deed ik niet, want de edicola is aan het uitsterven. En dat is in Italië net zo zonde als dat wij de afhaalchinees kwijtraken.

Elk jaar verdwijnen er zo’n duizend edicole uit het straatbeeld. Zoals overal loopt ook in Italië de verkoop van print terug, en vele kiosken staan eindeloos in de verkoop zonder geïnteresseerden. In Nederland zorgde dat ervoor dat je de plekken die ooit ook bij ons populaire ontmoetingsplaatsen waren nu verdwenen zijn, of de sleutel hebben overgedragen aan een horeca- of bloemenzaak. Maar er zijn gelukkig nog wel barmhartigen die de Italiaanse kioskjes zo nu en dan nog redden. Zo ook de voorzitter van het Italiaanse modehuis Prada, die in 2023 een kiosk in het Toscaanse Arezzo overnam.

Patrizio Bertelli haalde in de jaren zestig en zeventig bergen magazines en kranten bij de kiosk van Piero Scartoni. Scartoni staat in de stad bekend om zijn encyclopedische kennis van kranten en zeldzame tijdschriften. Zijn edicola was een centraal punt voor discussies over de nieuwsonderwerpen van de dag. Jarenlang vocht Scartoni voor zijn zaak die zijn kinderen niet wilden overnemen. Tot Bertelli als inmiddels rijk man terugkwam en de kiosk overnam, waarop Scartoni op z’n 91e eindelijk met gerust hart met pensioen kon.

Ik mag dan een online magazine maken, toch blijf ik altijd verknocht aan print. Jarenlang zat ik wel op een printredactie en ik neus in Nederland nog steeds maar wat graag rond tussen de bladen. Daarbij gaat niets boven het sentiment om zo’n blaadje mee te nemen op pad, en ‘m in etappes uit te lezen in de zon, tot hij van ellende, strandzand en zonnebrand uit elkaar valt. Ik pleit dus voor rijke mensen om kiosken over te nemen. Of gewoon voor eigen inzet: neem de volgende keer zo’n heerlijk roddelblaadje mee. Of trek eens wat tijd uit voor het kopen van een kaartje voor de bus.