Sardinië; het Italiaanse eiland heeft wel wat weg van Hawaii met het knalblauwe water, de steile kliffen en ongerepte natuur. Je kunt er zelfs surfen en in de wildernis kun je mooie wandelingen maken. Let wel op, want hoe populair wandelen in de rest van Italië ook is, de mensen op Sardinië doen er niet aan. De wandelingen zijn daardoor niet heel goed uitgestippeld en je moet dus wat beter opletten bij de wegbewijzering. Maar hé, dat maakt het juist avontuurlijker.
4 routes om te wandelen op Sardinië
Cala Luna
Als je het spannend vindt om zomaar de wijde natuur in te trekken, dan is er gelukkig een populaire wandeling op Sardinië, van Cala Fuili naar Cala Luna. Bijzonder aan deze wandeling is dat het strand van Cala Luna alleen te voet te bereiken is. In twee uur loop je langs de kust van de Golfo do Orosei. Je verwacht misschien vergezichten over de kustlijn maar je loopt voornamelijk door het bos. Best lekker, zo onder de Italiaanse zon. Ook fijn is dat de wandeling vrij vlak is. Je hoeft dus geen spannende klimmen over de rotsen te verwachten. Tegen het eind van de wandeling heb je een fantastisch uitzicht over het witte zandstrand van Cala Luna met natuurlijke grotten en een klein riviertje dat de zee inloopt. Geen zin om weer een paar uur terug te lopen? Voor een tientje per persoon kun je een boot terug pakken naar Cala Gonone.
Capo Testa
Capo Testa is een schiereiland in het noorden van Sardinië. Je vindt hier gigantische roze rotsformaties waardoor het net lijkt alsof je op een andere planeet bent. Volgens vele wandelgidsen is dit een van de mooiste wandelingen van het eiland, maar wel eentje waar je goed moet opletten. Begin je hike in het stadje Santa Teresa di Gallura en loop vanaf daar Valle della Luna in. Zo ver je kunt kijken zie je granietrotsen. Schrik niet als je hier tenten ziet staan of mensen tussen de rotsen ziet wonen. In de lente en zomer is dit een populaire woonplek voor hippies en mensen die een eenvoudig leven willen. Wij snappen het wel, het uitzicht is beter dan Netflix en een duik in een verlaten baai is beter dan een douche. Het eindpunt van de wandeling is een cadeautje. Niet alleen omdat je hier uitkomt bij een smalle baai met spierwit zand, ook omdat je bij Spiaggia Rena Bianca gezellige beachbars vindt. Aan het eind van een wandeling smaakt een Aperol altijd net iets beter.
Gola di Gorrupu
Er wordt gefluisterd dat dit een van de meest spectaculaire kloven is van Europa: de Gola di Gorrupo. Het is een van de diepste kloven van het continent, je vindt er duizenden vlinders en loopt langs bronnen met glashelder water. Je vindt dit natuurwonder in Nationaal park Gennargentu, in het binnenland van Sardinië. Je kunt de auto parkeren bij Hotel Silana en vanaf daar loop je binnen twee uur naar het begin van Gola di Gorrupo. Dit is geen slipperbestendige wandeling op Sardinië, want het loopt op en af over rotsen en keien. Als je even genoeg hebt van het wandelen, kun je een stop maken langs de rivier. Neem je badkleding mee, want het koele water is perfect voor een duik. Als je eenmaal aangekomen bent bij de kloof, moet je wel even je portemonnee trekken. Die vijf euro is het meer dan waard. Als je de kloof binnenloopt, torenen de rotsen zo’n driehonderd meter boven je uit. Je kunt helemaal tot aan het einde lopen, maar pas op: een legende zegt dat daar de duivel leeft. Trek voor deze wandeling zo’n vijf a zes uur uit. Je moet ook weer klauterend over de rotsen terug.
Blue zone van Sardinië
Wist je dat er op Sardinië ook een blue zone is? Dat is een plek waar mensen veel ouder worden dan gemiddeld. De kloof van Supramonte is zo’n Sardijnse blue zone. Je vindt hier Su Gologone, de grootste waterbron van het eiland waar het water met driehonderd liter per seconde naar buiten spuit. Al het water loopt uit in het meer van Cedrino. Zou het water een helende kracht hebben waardoor de mensen hier zo oud worden? De waterbron ligt in een goed onderhouden park en voor twee euro kun je er binnen dertig minuten heen wandelen. Je kunt er ook een kano huren en vanaf het water de natuur bewonderen.
