Steile trappen en slingerende steegjes in Castro dei Volsci

Verspreid over de Italiaanse laars van noord naar zuid herbergt Italië heel wat onbekende bestemmingen. Plaatsen waar het toerisme nog nauwelijks is doorgedrongen. Onze columnist Jos van den Bergh gaat ernaar op zoek en neemt je kriskras door het land mee naar de meest verrassende plekken.

Op weg naar Zuid-Italië kwam ik bij toeval bij het heuvelstadje Castro dei Volsci uit. Halverwege Rome en Napels liggen de huizen van deze borgo più bello rommelig tegen de berg opgestapeld en het plattelandsoord blijkt dan stiekem ineens toch best een stop waard. Het centro storico met zijn nauwe steegjes langs middeleeuwse palazzi, vele trappen verder de hoogte in, kronkelige gangen en bloeiende stadstuinen is een en al authenticiteit. Daarbij is er geen toerist te bekennen, ze weten het plaatsje waarschijnlijk niet eens te vinden.

Alsof de tijd heeft stilgestaan

Vanaf het dorp heb je vergezichten over het bergachtige binnenland van Lazio. Als je goed kijkt zie je zelfs het bekende klooster van Monte Cassino, dat aan de andere kant van de autostrada op een berg ligt. Niet alleen vanwege het panorama is deze plek een bezoek waard, ook als startpunt voor een bezoek aan het Regionale Park van de Monti Ausoni en het Lago di Fondi, een natuurgebied met bijzondere flora en fauna met de grotten van Pastena. Voor wie meer reuring wil liggen de gewilde badplaatsen Gaeta en Sperlonga op rijafstand. Mooie stranden waarop de feesten beginnen zodra dit landelijke plaatsje na een lange dag werken in slaap sust.

Castro dei Volsci is zo’n romantisch stadje waar de tijd heeft stilgestaan. Olijven, graan en wijn zijn hier de simpele basis van het bestaan en pas na een arbeidzame dag op het land komen de inwoners tegen de avond naar een van de schaarse pleintjes. Idealiter arriveer je hier dus niet eerder dan aan het eind van de middag. Je maakt een wandeling en schuift daarna bij de plaatselijke bar aan voor de aperitivi. In de zomermaanden is er een terras op de Piazzale San Pietro en na de cocktail proef je vervolgens in een van de weinige restaurants van de lokale keuken. Op dit soort plekken heb je maar één goed restaurant nodig en dat is er gelukkig.

Een interessante tussenstop

Voordat we aan tafel gaan nog een snelle opsomming waarom Castro dei Volsci een interessante tussenstop is. Een slingerende route brengt je vanuit de vlakte van de snelweg bij de Porta della Valle, een van de vier overgebleven stadspoorten. Net voor de poort is er parkeergelegenheid. Castro is namelijk geen cittadella om met je auto doorheen te rijden en zelfs de locals moeten hun Fiat Panda strak de berg op sturen om de laatste middenstand te bevoorraden.

Het krappe centrum bestaat uit een charmante mix van slingerende steegjes, nauwe pleinen en bloeiende stadstuinen. Bezienswaardigheden zijn de Romaanse Santa Maria kerk met zijn rijkelijk versierde interieur en het Museo Civico, waarin lokale vondsten vanaf de prehistorie tot aan de middeleeuwen te bewonderen zijn. Een andere troef van Castro is het beeld ‘Mamma Ciociara’, uit 1964. Een kunststuk ter nagedachtenis aan de bombardementen van de Tweede Wereldoorlog.

Activiteiten zijn er in Castro dei Volsci het hele jaar door: in de winter is er de levende kerststal waarin veel inwoners meespelen, later volgt het carnaval dat hier traditioneel flink gevierd wordt en in het najaar vindt het International Short Film Festival er plaats. Ooit werd acteur Nino Manfredi hier geboren en ter nagedachtenis aan hem vieren de inwoners nog altijd hun band met de filmwereld.

Eten in Castro dei Volsci

Na een uurtje of twee sfeersnuiven kun je hier ook goed eten. Absolute aanrader onder de restaurants is La Locanda del Ditirambo. Het restaurant bevindt zich in het hart van het dorp. Binnen is het er sfeervol en authentiek, maar veel leuker is het eigenlijk om buiten onder de olijfbomen van de binnenplaats te zitten. Op de kaart staan verfijnde Italiaanse gerechten, die je uiteraard kunt combineren met de lekkerste regiowijnen. Lazio heeft immers een mooie wijntraditie. De entourage buiten is, best uniek voor Italië, aangekleed met sfeerlicht en kaarsen. Na afloop van de primi e secondi, moet je bij il Ditirambo absoluut de huisgemaakte Tiramisù proberen. Daar staat het restaurant om bekend. Gezien de beperkte zitplaatsen is reserveren trouwens aan te raden. Voor je verkenningstocht dus even langsgaan.