Un’ode a het keukenkastje boven de gootsteen

Italië heeft de Fiat, het Colosseum, de Vespa en het Vaticaan. Het heeft Michelangelo, Andrea Bocelli en Gianluigi Buffon. En Italië heeft het keukenkastje boven de gootsteen.

Het Italiaanse keukenkastje boven de gootsteen vind je terug in zo ongeveer elke stadse woning en ziet eruit als alle andere. Totdat je de deurtjes opent. Daarachter bevindt zich een mirakel: er hangt een afdruiprek. Twee – soms zelfs drie! – verdiepingen aan ruimte voor je schone vaat, met een soort dienblad dat de druppels opvangt. Met de deuren gesloten zal niets dus verraden wat zich daarachter afspeelt.

Thuis heb ik ook een hangend afdruiprek. Het hing er al toen ik het huis betrok en ik vind het een van de meest praktische dingen die ik heb. Maar hij mist één essentieel ding: je kunt ‘m dan wel inklappen, maar ook ingeklapt is hij een doorn in het oog. Het ding moet achter gesloten deuren.

Want het gaat er niet alleen om wat voor magisch er in dat kastje gebeurt, het gaat met name om wat hij doet voor de rest van de keuken. En daarmee voor jou. Een halve meter extra aanrechtblad om te gebruiken, geen rondslingerende borden en geen wachtende pannen op het fornuis. In mijn minuscule studio in Florence had hij zelfs dubbeldienst: bij gebrek aan meer kastjes bleef het droge servies er gewoon in staan tot volgend gebruik.

Er is één puntje aftrek uit te delen aan het Italiaanse keukenkastje. Tijdens het afwassen moeten de deurtjes open, waardoor er een constant gevaar op de loer ligt. De kunst is dus om tijdens de dienst niet te bukken. Iets waar mijn kleine oom Roberto geen last van zal hebben, maar hij liep op bezoek in Nederland dan weer figuurlijk tegen onze gebruiken aan. Hij vond het ronduit stom dat wij een theedoek gebruiken; onhygiënisch en de vaat droogt veel mooier aan de lucht. Een extra argument dat het minpuntje voor mij weer wegpoetst.

Het internet leert mij dat de uitvinding al dik honderd jaar geleden in Amerika werd gedaan. Daarna zijn er nog Finnen, Zweden en Israëliërs mee aan de haal gegaan en volgde er een soort slagveld aan patentaanvragen. Het ding blijkt ook bij de standaard keukenuitrusting in Finland te horen, maar daar schrijf ik niet over. Ik ontdekte ‘m tenslotte in Italië.

En denk nou niet: ik parkeer zelf wel een afdruiprek in mijn keukenkast, nee, het gaat om de details: het authentieke keukenkastje heeft geen onderkant. Want laat je nat servies in een potdicht kastje stikken, dan had je liever twee keer nagedacht over je plagiaat.