Elke dag een zondagspak

Er waren jaren dat ik niet zonder mascara het huis verliet en dat er in mijn kast geen, ik herhaal, géén platte schoenen te vinden waren. Elke dag weer ging ik de deur uit op hakken van tien centimeter hoog, ongeacht hoe mijn agenda er die dag uitzag. God, wat gaf ik een hoop geld uit aan de Bijenkorf, The Outnet en elke site waar designerschoenen werden verkocht. Ik kan me daar nu werkelijk helemaal níets meer bij voorstellen. Mijn uniform is tegenwoordig een lichtblauwe jeans en een grijze trui. Aan de voeten in de zomer ontzettend lompe Birkenstocks, de rest van het jaar witte Superga’s, de meest simpele variant. Daar verslijt ik er op jaarbasis twee paar van. Er zijn genoeg dagen per week dat ik in groot grijs joggingpak naar mijn kantoor ga. Make-up is summier, vaak afwezig in verband met geen zin, liever focus ik op goede skincare. Het is tegenwoordig simpelweg zo dat ik comfort boven looks zet, en in Amsterdam ziet iedereen eruit als een halve zwerver, alle extra moeite voelt gewoon al snel als gedoe, en gedoe, dáár zit ik nou echt helemaal niet meer op te wachten.

Maar toen ging ik een maand naar Firenze. Italië, het land van de bella figura, en van de driemiljoen regels gebaseerd op onzinnig doch eeuwenoud bijgeloof. Zo zal een Italiaan het wel uit zijn of haar hoofd laten om ooit het huis te verlaten met nat haar. Niet alleen omdat dit niet verzorgd zou staan, maar vooral omdat je dan het risico loopt op ‘colpo d’aira‘, wat zoveel betekent als ‘een klap van de wind.’ Dit is le-vens-ge-vaar-lijk want je zou er een stijve nek van kunnen oplopen, maar er kunnen ook problemen met maagzuur oplopen of, hou je vast, met je spijsvertering. En de spijsvertering, die is héilig in Italië. Klinkklare onzin natuurlijk, in Nederland doe ik niet anders dan met nat haar de deur uitgaan en ik heb nergens last van, maar in Firenze kijk ik wel uit, want je wil toch een béétje mee kunnen komen met de locals.

En dus sleep ik een föhn mee én m’n diffuser (want krullen) en begin ik de de dag met föhnen en mijn haar in model brengen, waarvoor ik dus godbetert de wekker éérder moet zetten en je moet weten, slaap is mij dan weer heilig. Maar ja, when in Rome, zelfs als je in Firenze bent. Ik doe ook een likkie make-up op, op z’n minst mascara, want dat ziet er toch nét wat verzorgder uit, en zonder dat ik het goed en wel door had liep ik er na die maand opeens elke dag hartstikke dag keurig en verzorgd bij.

Het weerbericht liet ik ook al vrij snel los, want Italianen kleden zich niet op het weer, maar op het seizoen. Ik was er vorig jaar in april en april is geen zomer, dus snikhete dag of niet, je draagt gewoon je winterkleding. Het is de meest makkelijke manier om de toeristen van de Florentijnen te onderscheiden. Ook een dead give away, mensen in sportkleding gewoon op straat. Vooral Amerikaanse studenten lopen het liefst elke dag de hele dag in strakke sportpakjes, terwijl een beetje (noordelijke) Italiaan in het openbaar niet dóód gevonden wil worden in een joggingbroek of (korte) sportlegging. Er waren dus maar een paar dagen voor nodig om mij weer enigszins terug te brengen naar het verzorgde typetje van vroeger. De hakken bleven uit, onmogelijk op de Florentijnse straatstenen en de échte hakkendragers zitten in Milaan, maar verder zag ik er elke dag gewoon goed uit – al zeg ik het zelf. En ik moet zeggen, dat beviel wel. Die Italianen, possiamo imparare molto da loro.

Project Italiaanse droom

« L’episodio precedente 

Continua a leggere…»