Piemonte, de lekkerste regio van Italië

Piemonte culinaire tips

Het is eigenlijk vreemd dat Piemonte nog niet onder de voet gelopen wordt door toeristen, het is namelijk de lekkerste regio van Italië. Niet alleen omdat Piemonte de bakermat is van de slow food-beweging, maar ook vanwege de uitgestrekte wijngaarden, hazelnoten, kazen, truffels en speciale pastasoorten. Waar je ook komt in Piemonte – van de hoofdstad Turijn tot het Lago d’Orta, van Alba, Bra en Barolo tot het Lago Maggiore – je vult er je buik én koffer met de lekkerste gerechten en souvenirs. Met deze tips ben je verzekerd van een buonissimo verblijf aan de voet van de bergen. Buon viaggio e appetito!

Proeven in Piemonte

» De witte truffel in Alba
» Cappella del Barolo
» Het land van de 4 wijnen
» De geboorteplaats van Slow Food
» Aperitivo in de hoofdstad
» Het perfecte Piemontese duo
» Goed eten rondom het Lago d’Orta
» Bloeiende liefde in het Lago Maggiore
» Slow door de honderd valleien

1. Alba – het thuis van de witte truffel

Alba is door Unesco uitgeroepen tot Creatieve Stad voor de Gastronomie, maar in Italië staat Alba vooral bekend om de witte truffel. Daar zette Giacomo Morro de delicatesse bijna een eeuw geleden op de kaart door als pr-stunt witte truffels te sturen naar onder meer Marilyn Monroe en Winston Churchill. Elk najaar vindt in de stad het inmiddels internationaal bekende Fiera Internazionale del Tartufo Bianco d’Alba nog plaats, met de tartufo bianco in de hoofdrol. Mocht je op een ander moment in Alba zijn, dan kun je ook gewoon bij de winkel van Tartufi Morra aan het Piazza Pertinace terecht.

Piemonte: witte truffel Alba en wijngaard
© Instagram @tartufobiancoalba

In Alba vind je ook het enige driesterrenrestaurant van Piemonte: Piazza Duomo, dat in handen is van de bekende wijnfamilie Ceretto. Hier tovert chef-kok Enrico Crippa eigentijdse gerechten op tafel, met vooral regionale ingrediënten. Het team achter Piazza Duomo runt ook La Piola, een wat toegankelijkere osteria met veel traditionele gerechten uit Piemonte die hier en daar een moderne draai krijgen.

Andere culinaire adressen die je niet mag missen zijn Enoclub en Caffè Umberto, twee verschillende restaurants van dezelfde familie, die een gezamenlijke ingang hebben maar vervolgens beide iets anders voor hun gasten in petto hebben. Enoclub – dat in de wijnkelder te vinden is – is wat traditioneler, terwijl het menu van Caffè Umberto weer moderner is, met ook wat wereldse invloeden op Italiaanse gerechten. Bij Ape Wine Bar strijk je neer voor een goed glas wijn en een bord pasta. Alleen al voor de ravioli al plin, die worden geserveerd in een salie-botersaus, moet je een keer naar Alba.

2. De Cappella del Barolo en de kapel van Relais San Maurizio

Een kapel in de wijngaard is misschien geen unicum, maar in Piemonte vind je wel een heel bijzondere kapel tussen de wijnranken. Eentje die de naam draagt van de beroemdste wijn van de regio: de Cappella del Barolo. Ooit een eenvoudige kapel van baksteen, nu een met felle kleuren beschilderd gebouw tussen de wijnranken. De kleurrijke kapel is een creatie van Sol LeWitt en David Tremlett, die de bakstenen muren op verzoek van de familie Ceretto in 1999 onder handen namen.

Wat maar weinig mensen buiten Piemonte weten, is dat David Tremlett naast deze inmiddels wereldberoemde kapel nog meer kunstige kapellen maakte in Piemonte. Zo voorzag Tremlett op verzoek van Relais San Maurizio, een luxe verblijf dat is gehuisvest in een voormalig klooster in Santo Stefano Belbo, de kapel op het terrein ter ere van het vierhonderd-jarig bestaan in juni 2019 van kleurrijke wanden met geometrische figuren.

3. Het land van de vier wijnen

Rondom Alba ligt La Terra dei Quattro Vini, ‘het land van de vier wijnen’: Barbaresco, Barbera, Dolcetto d’Alba en Moscato d’Asti. Proeven kan op heel veel verschillende plekken, waarvan we er drie met je delen. Allereerst Fontanafredda, de wijngaard die in 1858 zou zijn aangelegd door de eerste koning van Italië. Inmiddels is het landgoed in handen van Oscar Farinetti, de oprichter van Eataly. Het wijndomein omvat een hotel en een osteria, waar je naast de wijnen kunt proeven van regionale specialiteiten als carne cruda all’Albese (tartaar uit Alba) en agnolotti del plin (de regionale gevulde pastasoort).

In Barbaresco, dat als een soort arendsnest hoog boven de wijngaarden ligt, kun je terecht in het vroegere klooster van San Donato. Hier vind je de Enoteca Regionale del Barbaresco, waar je sinds 1986 kunt proeven van de oogst van die vruchtbare grond. Hier worden ongeveer honderdtwintig verschillende Barbaresco’s geschonken. In Neive is het dubbel feest, want naast een wijndorp is dit ook een van de mooiste dorpjes van Italië. Aan het Piazza Cocito vind je de oudste enoteca van het dorp: Al Nido della Cinciallegra, waar Luca en Michela je warm onthalen om te proeven van de mooiste wijnen uit Neive en omstreken, met voor erbij kazen, vleeswaren en crostini met onder meer truffel- en olijventapenade.

Piemonte: wijngaard Fontanafredda
Beeld rechts © Instagram @fontanafreddawines

4. Bra – de geboorteplaats van Slow Food

De inmiddels wereldwijd opererende Slow Food-beweging werd opgericht in Bra, om precies te zijn op de binnenplaats van restaurant Osteria Boccondivino. Hier dacht Carlo Petrini in 1986 met een paar vrienden na over een tegenhanger voor het zich steeds sneller verspreidende fast food-fenomeen. Men wilde lokale producten beschermen en promoten, maar ook de bijbehorende, vaak ambachtelijke productiemethoden en de hele plaatselijke cultuur die rondom een bepaalde streekspecialiteit is ontstaan.

De Slow Food-organisaties zijn te herkennen aan de rode Slow Food-slak. Slow Food-producten worden met liefde geteeld en geproduceerd, wat veel meer tijd kost dan industriële productie. Men kijkt niet naar de tijd die iets kost, maar naar wat het beste eindresultaat oplevert. Kijk tijdens je reis door Piemonte – en ook in andere regio’s in Italië – dus goed uit naar de rode slak, die je de weg wijst naar de beste Slow Food-adressen. Een betere gids dan deze rode slak is er haast niet.

Elk najaar komen er in Bra ook honderden kaasmakers bij elkaar tijdens het evenement Cheese. Het oude centrum staat dan vol met kraampjes waar je talloze soorten kaas ziet en proeft, vooral van kleine, lokale producenten.

5. Turijn – adressen voor een aperitivo in de hoofdstad

Ook Turijn heeft op culinair gebied veel te bieden. Het is de stad van de aperitivo, van bicerin, van grissini en van gianduiotti. Turijn is het thuis van Eataly en van GROM, maar ook van vermout. Een smakelijke erfenis van de Fransen die het enige tijd in dit gebied voor het zeggen hadden. Het recept voor vermout is geheim, maar we weten wel dat er naast wijn een keur aan kruiden en specerijen wordt toegevoegd. De beroemdste vermoutproducent is Martini, een naam die bijna synoniem geworden is voor een glaasje vermout. Aanraders voor het drinken van een glaasje vermout zijn onder meer Caffè Mulassano, aan het beroemde Piazza Castello, en Stratta, aan het net zo befaamde Piazza San Carlo. Probeer bij Stratta zeker de combinatie van hun bonbon en een glas vermout.

Voor een aperitivo in Turijn zijn er talloze mogelijkheden. Je vindt in de stad veel historische bars waar het interieur nog grotendeels onaangeroerd is gebleven sinds de opening. Een van de meest indrukwekkende is ongetwijfeld Caffè Torino aan het Piazza Castello, waar de neonletters van Martini je van buiten al welkom heten. Het art nouveau-interieur is ronduit indrukwekkend, net als de grote wenteltrap achter in de zaak.

Meer zin in een modernere omgeving? Ga dan naar Farmacia del Cambio. De bar is onderdeel van Ristorante del Cambio, een restaurant met een Michelinster. In de voormalige farmacia (‘apotheek’) worden cocktails op niveau geserveerd in medicijnflesjes, vergezeld door huisgemaakte hapjes.

Voor een aperitivo met uitzicht ga je naar het Piazza Vittorio Veneto. Dit enorme plein aan de rivier de Po wordt omringd door tientallen cafés, restaurants en bars, maar voor de beste aperitivo moet je bij La Drogheria zijn. Steek ook eens het water over richting de indrukwekkende kerk Gran Madre, waar je aan het plein ook lekker op een terrasje kunt zitten. GranBar serveert zonder twijfel de beste hapjes.

Dineren in Turijn? Dat doe je bij deze restaurants »

6. Chocolade en hazelnoten – het perfecte Piemontese duo

Turijn is ook dé chocoladehoofdstad, met op bijna elke hoek van de straat pasticceria’s en chocolatiers. Maar ook in de rest van de regio Piemonte vind je veel chocolade. Zo maken de chocoladekunstenaars van Pasticceria Barbero in Cherasco sinds 1881 zogenaamde baci, kusjes, ambachtelijke chocolaatjes met hazelnoten. Neem ook gianduiotti mee, chocolaatjes in de vorm van een langwerpige piramide. Het recept zou per ongeluk zijn ontdekt ten tijde van de Franse cacaoboycot. Ook aan het hof van Turijn was er daardoor een tekort aan cacao en de kok moest daar iets op bedenken. Hij mengde cacao met fijngemalen hazelnoten en een ster was geboren.

Voor de eerste gianduiotti maakte de kok niet voor niets gebruik van fijngemalen hazelnoten. Deze zijn namelijk in Piemonte volop te vinden – en van een uitmuntende kwaliteit. De hazelnoten uit Piemonte hebben namelijk een IGP-keurmerk, een aanduiding die garandeert dat de hazelnoten voldoen aan strenge kwaliteitseisen.

Piemonte: ristorante Giardinetto
© Hotel Giardinetto

7. Goed eten rondom het Lago d’Orta

Het Lago d’Orta is een van de schoonste meren van Noord-Italië, met prachtig helder water. Het is een prachtige plek die je als Italië-liefhebber zeker een keer moet bezoeken, waarbij je Orta San Giulio en het Isola di San Giulio niet mag overslaan. Reserveer een tafeltje bij Ristorante Giardinetto, een zaak direct aan het Lago d’Orta zit met een verfijnde keuken en een indrukwekkende wijnkelder. Het terras aan het water is een en al romantiek: een prieel met veel groen, keurig wit gedekte tafels en natuurlijk uitzicht op het water, dat tijdens het diner van kleur verandert door de ondergaande zon. De keuken wordt geleid door de jonge chef-kok Stefano Santiago Tivolesi. Dankzij zijn Italiaans-Argentijnse afkomst en zijn ervaring in internationale keukens combineert hij feilloos de smaken van de streek met oosterse en Zuid-Amerikaanse invloeden.

De keuken van Locanda di Orta in Orta San Giulio is bekroond met een Michelinster. De jonge chef-kok Andrea Monesi kookt vernieuwend en creatief met verse ingrediënten. De gerechten zijn een mix tussen tradities uit Novara (Andrea’s geboorteplaats) die worden beïnvloed door de Venetiaanse keuken en de smaken van het meer en de zee. Zeker het proeven waard is Andrea’s risotto. Extra tip: de eetkamer komt uit op het balkonnetje dat wordt omlijst door de weelderige blauwe regen, waar een romantische tafel voor twee klaar staat, ideaal voor speciale gelegenheden.

8. Bloeiende liefde in het Lago Maggiore

In het Lago Maggiore parelen de Borromeïsche Eilanden. Het mooiste hiervan is Isola Bella. Het eiland zou zijn vernoemd naar Isabella, de vrouw van Carlo III Borromeo. Een mooie woordspeling, want Isola Bella betekent letterlijk ‘mooi eiland’. En mooi is het, waarbij de hoogste punten worden gescoord door de schitterende beeldentuin met terrassen en panorama-uitzichten. Bezoek het Teatro Massimo met bijzondere beelden en obelisken en sla ook de Giardino d’Amore niet over.

Vaar vanaf Isola Bella ook nog even naar Isola dei Pescatori. Dit ‘eiland van de vissers’ is het kleinste van de Borromeïsche Eilanden en dankt zijn charme aan het kleine, knusse vissersdorpje dat je al vanaf het water kunt zien. Er wonen nog steeds veel vissers, die zo goed als dagelijks uitvaren. Na een wandeling door de straatjes van het dorp kun je dus maar beter aanschuiven voor een lunch bij een van de visrestaurantjes met vers gevangen vis uit het meer.

9. Spoor lekker slow door honderd valleien

Treinreizen hebben altijd iets magisch. Het uitzicht trekt vanzelf aan je voorbij terwijl je achterover leunt en alle tijd hebt om al dat moois te bewonderen. Een van de mooiste reizen per spoor maak je over de Ferrovia Vigezzina Centovalli. Deze spoorlijn strekt zich uit over ruim vijftig kilometer (waarvan ruim dertig op Italiaans grondgebied en twintig op Zwitserse bodem) en verbindt Domodossola met de Zwitserse stad Locarno en het Lago Maggiore, met onderweg bergen, valleien, bossen en bergdorpjes die aan je raam voorbijkomen.

Stap even uit in Santa Maria Maggiore, waar je het Museo dello Spazzacamino (‘museum van de schoorsteenveger’) vindt. Slenter door de dorpjes die zijn opgetrokken uit de speciale lokale steensoort, bezoek het indrukwekkende Santuario di Re en het sfeervolle historisch centrum van Malesco. De trein voert je ook naar de grotten en naar rustieke restaurantjes waar lokale producten en traditionele gerechten op de kaart staan: gerookte vleeswaren, roggebrood, verse kazen, honing, risotto, polenta met stoofvlees, paddenstoelen, kastanjes, bijzondere biertjes, wijnen en grappa.

CiaoTutti