Un’ode a de Presepe di Natale

Italië heeft de Fiat, het Colosseum, de Vespa en het Vaticaan. Het heeft Michelangelo, Andrea Bocelli en Gianluigi Buffon. Én Italië heeft de Presepe di Natale.

Tegenwoordig is mijn hoofdtaak tijdens de kerst het menu verzorgen, of tenminste een deel daarvan. Vroeger was dat iets heel anders; toen was ik nog chef kerststal. Ik timmerde er zelfs ooit een zelf in elkaar van een oud wijnkistje, die nog altijd even gammel onder de boom verschijnt bij mijn ouders thuis. Al is mijn liefde voor de kerststal intussen wat gezakt en focus ik me nu dus liever op potten, pannen en de inhoud van zo’n wijnkistje, was die vroegere kerstgedachte bijzonder Italiaans van me. De Italianen hebben de kerststal tot een kunst verheven, en zijn in tegenstelling tot mij niet van plan deze liefde los te laten.

Wat verwacht je ook, van het land van de traditie. En och, als ik vroeger had gezien wat ze er in Italië van maken, was ik wellicht nu zelf een lunatic geweest met een handel in kerstfiguren. Dan had ik mijn eigen Via San Gregorio Armeno gehad, maar dan naast het Leidseplein.

Daar in dat straatje in Napels is het niet alleen met kerst kerst, maar het hele jaar door. Er zitten grootheden als Ferrigno en Capuano, families die al sinds ergens 1800 het ambacht van kerstfiguurmaken beheersen en doorgeven. Ze maken niet alleen muffe koningen en schapen, maar ook beroemdheden en politici, en volledige landschappen voor hen om in te wonen. Je kunt er zelfs een beeldje van jezelf laten maken, van terracotta, hout, kurk of stof. Zo’n beeldje is dan ook niet goedkoop; laat je daar in Napoli niet gek maken door een bonusknaller voor onder de boom.

De altijd bescheiden en nederige Franciscus van Assisi is de padrino van de kerststal. In Greccio, ergens tussen Assisi en Rome, wilde hij met zijn medemens delen wat hij zelf zag in Bethlehem. Hij bouwde in begin 1200 de geboorteplek van Jezus na in een grot en gaf hem geen gouden paleisje, maar een stal, een voederbak om in te slapen en hooi, dieren en mensen om hem heen. Lekker sober dus, op de wereld gekomen net zoals jij en ik.

De Paus influencete diezelfde eeuw het volk door een permanente presepio in de Basilica di Santa Maria Maggiore in Rome te plaatsen en renaissancekunstenaars gingen met het tafereel aan de haal. Eerst in de schilderkunst, daarna in beeldhouwkunst. Het epicentrum van de kerststal werd Napels, waar het ambacht van de kerstfiguren zich verder ontwikkelde.

8 december is de officiële datum dat de presepi opgetuigd worden door heel Italië en is daarmee tevens de aftrap van Kerstmis. De inhoud ervan verschilt niet veel van hoe wij ‘m kennen, maar één ding is er anders: kindeke Jezus verschijnt pas in z’n kribbetje op kerstavond. Maar nu heb ik het globaal over de kerststal, want Italiaanse presepi zijn eigenlijk niet te vergelijken met de Hollandse.

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door Luca Bertonati (@epi792001)

Aan de Venetiaanse Rivièra wordt al twintig jaar de Presepe di Sabbia a Lignano Sabbiadoro opgebouwd, een enorme kerststal gemaakt van zand. In Manarola, een van de vijf Cinque Terre-dorpen, verandert een volledige heuvelrug in een kerststal van licht – de grootste ter wereld. In Umbrië maakt een ijskunstenaar een presepe di ghiaccio, uitgehouwen uit blokken ijs dus. In het Lago Maggiore neemt het hele kerstgezelschap daarentegen juist een duik ín het water, en bevindt de presepe zich onder zeeniveau, evenals in Peschiera in het Gardameer. En zo heeft ongeveer elke plek wel een eigen kerststal, de een wat extremer dan de andere, maar allemaal even bijzonder. Mijn handen jeuken nu ik mijn wijnvoorraad zie staan. Als ik toch een ezel had…