Waar een wil is is een weg: zij begonnen een agriturismo in Italië

Wanneer de pensioenleeftijd in zicht komt wordt de Italiaanse droom verleidelijker, maar lang niet iedereen besluit richting een volledig onbekende regio te karren om amper een jaar later z’n hele leven daar naartoe te verplaatsen. De Bredase Pieter deed het wel, en kreeg niet alleen z’n vrouw Denise mee, maar ook zoon Jasper én vriendin Madelief. Ze verruilden vier verschillende levens in Nederland voor een gezamenlijk bestaan in Le Marche, waar voor iedereen gauw duidelijk was: qui voglio restare. En dat begrijp ik, nu ik dit stukje tik vanaf het terras van agriturismo Qui Voglio.

Van de Mark naar Le Marche

Dat er een boerderij zou komen zat eraan te komen, maar dat de stad aan de Mark plaats zou maken voor een agriturismo in De Marken had geen van de vier een paar jaar terug voorzien. Terwijl de regen zachtjes op de overkapping tikt vraag ik Jasper en Madelief naar hun avontuur dat inmiddels dik een jaar terug begon, waar geen seconde spijt bij is komen kijken, maar wat net als het weer ook minder zonnige kanten kent.

Het zaadje werd geplant in Domburg. ‘Papa en Denise hadden een pipowagen daar, waar ze fantaseerden over een eigen camping met meer van die wagens. Ze zijn toen wat gaan rond zoeken,’ vertelt Jasper. Een camping in Zeeland bleek alleen financieel en weertechnisch een utopie. ‘Ik zei zelf altijd tegen papa: waarom beginnen we geen boerderij met een koe?’

Waar Jasper zelf niet heel serieus was, liet het idee zijn vader niet los. Pieter begon op eigen houtje (en zonder afspraak) landhuizen rondom Breda te bezichtigen en kwam vervolgens via internet bij een campingadvertentie terecht in Lyon. Daar stak Denise een heel klein stokje voor: Ze zei: ‘Als we het doen, dan doen we het dicht bij zee. En zo kwamen ze per toeval uit bij agriturismi in de voor hen totaal onbekende regio Le Marche.’

Ik vertrek… toch niet

Na een ontdekkingstocht door de regio werd het al gauw menens; in De Marken vonden ze een agriturismo met glamping. Maar na de mondelinge overeenkomst kwam er een wetswijziging, waardoor er een stop kwam op safaritenten in de omgeving. ‘Waarschijnlijk door de populariteit die ze kregen door het programma Ik Vertrek, waarbij Nederlanders zo’n glamping in de buurt zijn begonnen,’ vertelt Jasper. Door alle onzekerheden die er voor beide partijen ontstonden liep het plan stuk. Maar het oogje op Le Marche bleek geen kalverliefde. Het stak zelfs Jasper en Madelief aan.

‘Madelief werkte als horecamanager en ik als kok in de muziekwereld, twee sectoren die totaal stil kwamen te liggen door corona. Het dwong ons tot nadenken, wat eerst weinig rooskleurig leek maar ook duidelijk maakte dat we één voordeel hadden: we zijn beide rond de 30, zonder echte verplichtingen in Nederland.’ Madelief was snel om, en al had Jasper er iets meer moeite mee, overwogen ze samen om in het plan te stappen als er een groter pand zou zitten tussen de bezichtigingen. En dat pand zat ertussen – unaniem vielen ze voor de achttiende eeuwse boerderij die nu Qui Voglio is. Leegstaand, bouwkundig in orde, maar bovenal gekozen op gevoel.

Tekst gaat verder onder de foto.

© Madelief Suijkerbuijk

Ver weg & dichtbij

Waar Denise vanwege haar bedrijf in Nederland haar tijd verdeelt, is het platteland rond de stad Jesi inmiddels thuis voor de rest. Of de keuze snel gemaakt zou zijn om terug te gaan, vraag ik hen. ‘De weg terug is niet zo lang, maar dat doe je niet zomaar. We hebben heel veel geïnvesteerd om op te bouwen wat er nu staat. Twijfels zijn er weleens geweest, maar dat is meer een heimwee naar thuis, of het daar niet beter was geweest. En dat is ook juist weer een drijfveer om er iets van te maken,’ zegt Jasper. ‘Stel we moeten halsoverkop stoppen, dan neemt niemand ons deze ervaring ooit nog af. We hebben ontzettend veel geleerd, van elektra aanleggen tot een bedrijf opstarten en onszelf tegenkomen.’

Want klussen en boekingen zijn achteraf niet de grootste uitdaging geweest. ‘Het stukje emigreren viel het zwaarst. Ik maak belangrijke momenten in de levens van mijn jongere broertjes en zusje niet mee, die nog in Nederland wonen. En toen we hier net twee weken waren, overleed mijn opa. Dan is tweeënhalf uur vliegen ineens heel erg ver weg.’

En het mooiste aan het avontuur? ‘Dat we het allemaal zelf in de hand hebben hier. Wat me in Nederland tegenstond is dat je er geleefd wordt, de sociale druk is er hoog. Die heb je hier niet,’ zegt Madelief. ‘En je bent hier zo veel buiten dat je je weer bewust wordt van de natuur. Dat er bepaalde dingen groeien en bloeien op bepaalde momenten gaat in Nederland totaal langs je heen. We beseffen in Nederland ook niet hoe goed we het eigenlijk hebben, zijn niet meer goed in eigen baas spelen. Als ik iets kan leren van Italianen, is het hoe blij je kunt zijn met weinig.’

Qui voglio sognare

Qui Voglio staat aan het begin van het zomerseizoen en is daar meer dan klaar voor, behalve het permanente zwembad dat vooralsnog alleen in de papieren bestaat. ‘Tenzij we nu ineens op een Romeinse nederzetting stuiten onder de grond, kan de bouw daarvan niet meer misgaan. Tot die tijd hebben we een bovengronds alternatief,’ vertelt Jasper.

Voor de toekomst zijn er nog altijd dromen: ‘Voorlopig blijven we lekker kleinschalig, maar wel willen we op ons gemakje naar de mogelijkheden voor bruiloften gaan kijken. Daar hoort uitbreiding bij. En van ons graan kunnen we misschien eigen meel gaan maken, bij de molen in de buurt. Al heb ik geen flauw idee hoe veel je van dat veld van ons kunt halen.’

Ook in de regio valt er voor de pioniers nog genoeg te ontdekken. Daar neemt het viertal je vanaf nu op Italiamo in mee, met insider-tips voor Le Marche. Meelezen dus, en daarna lekker logeren bij Qui Voglio.

Foto’s: Madelief Suijkerbuijk