Scilla, de Paarse parel van het Zuiden

Scilla

De glinsterende parel van de Costa Viola is het stadje Scilla. Met afstand is dit de meest authentieke en romantische plaats langs het laatste stukje Italiaanse kust voordat Sicilië begint. Net voor de laatste afdaling naar de veerboot richting Messina ligt hier een eeuwenoud schilderachtig vissersoord op een natuurlijk plateau boven de zee.

Aan de voet van het economische stadshart ligt direct aan zee de wijk Chianalea. Deze buurt is al eeuwen de uitvalsbasis van de lokale vissers. Elke dag varen ze hier uit met hun kleine bootjes en op de spaarzame ruimtes tussen de palazzi worden dagelijks netten gerepareerd. Laat dit door vissers gedomineerde gedeelte van Scilla dan ook direct het meest aantrekkelijke stuk van de stad zijn – hier moet je zijn.

De weg naar Chianalea

Chianalea is in alles zoals je Italië wilt ervaren en daarmee is deze perla de lange autorit vanuit Nederland dubbel en dwars waard. Vanuit het noorden nader je dit romantische dorp over de autostrada, die na Palmi over de kloven van de Aspromonte-bergen langzaam afdaalt met spectaculaire uitzichten tussen de tunnels door. Vliegen kan ook, de Siciliaanse luchthaven van Catania ligt aan de andere kant van de Stretto di Messina op zo’n twee uur rijden van Scilla.

Kom je vanaf Sicilië of uit Reggio di Calabria, neem dan de moeite om vanaf Villa San Giovanni de oude kustweg te rijden. Daar zitten ook een paar fijne strandtenten voor een tussenstop. Ook is het andersom een goede uitvalsbasis onderweg naar Sicilië. De veerboten gaan elk kwartier vanuit de buurgemeente Villa San Giovanni.

“Costa Viola betekent de paarse kust, wat komt van de romantische zonsondergangen wanneer de bergen achter het strand paars kleuren.”

Net voor de stad aan de kustweg heb je een prachtig uitzichtpunt op de historische borgo van Scilla. Dit is dé plek om foto’s te nemen en de schoonheid van de Costa Viola eens goed in je op te nemen. Hoog boven de zee kijk je op het historische kasteel en een relatief nieuwe kerk, omdat de oude door een aardbeving is verwoest. Tussen vissersbuurt Chianalea en de binnenstad ligt een indrukwekkende rots met daarbovenop het fort van Scilla. Bij zonsondergang krijgt de rots een paarse gloed, een verschijnsel dat naam gaf aan deze kust; Costa Viola.

Bruisende badplaats

In Scilla bruist het leven. Tijdens de ochtenduren en aan het einde van de dag na de siësta is het er een drukte van belang. Winkels, markten en aanbieders van lokaal fruit tref je hier aan. Veel huizen hebben een kleurtje, dat heerlijk contrasteert tegen de blauwe zee op de achtergrond en de hemel die hier van begin maart tot diep in het najaar vrijwel altijd helder is.

Een groot deel van de badplaats ligt op de rotsen, het deel van Chianalea ligt strak aan zee en dus laag. Aan de mooie stranden kun je bedjes en stoelen huren. In deze buurtschap eet je de meest verse vis in een van de vele sfeervolle restaurants. Er zijn ook een aantal terrassen, waar je starend over de Tyrreense zee ’s ochtends van een goede cappuccino geniet. Ga niet te laat, want in de zomermaanden kan het in Scilla erg warm worden.

De mythe van Scilla, het zeskoppige monster

De stad Scilla is zeer oud en kent een lange historie. De mythologie vertelt ons dat Scilla de mooie jonge dochter van Niso, Koning van Megara was, die aanbeden werd door de god Glauco, maar door de tovenaar Circe in een zeskoppig monster werd veranderd die zeilschepen in de zeestraat van Messina aanviel. Waar of niet, de mythe heeft ervoor gezorgd dat de zeestromingen in straat van Messina sinds de oudheid berucht zijn. De naam Scilla komt waarschijnlijk van het Phoenische ‘Skoula’ (rots), Griekse ‘Skola’ (hond) of Skylla, dat naar het Latijn werd vertaald in Scylla en Scyllaeum. Door de eeuwen heen verbasterde deze naam in de volkstaal naar de huidige naam Scilla. De mysterieuze sfeer van de Griekse mythen laat bezoekers nog altijd niet los.

Bergwandelingen en zomerfeesten

De bergen van de Aspromonte liggen direct achter het stadje. Zodra je de snelweg over steekt slingeren de smalle wegen direct omhoog richting de wintersportplaats Gambarie en wat andere grotendeels verlaten bergdorpen. De Aspromonte is een geïsoleerde bergketen waar je uren kunt wandelen zonder ook maar iemand tegen te komen. Wandelroutes zijn er volop en als je in Scilla overnacht dan loont het beslist de moeite een keer rond de hoogste top, de bijna 2000 meter hoge Montalto, in de diepe bossen te gaan wandelen.

Als je in de buurt bent zijn de lokale evenementen in de zomerperiode, l’Estate Scillese, tussen mei tot oktober geschikte momenten voor een bezoek. Op 16 augustus, de dag na de nationale feestdag Ferragosto, vindt in Scilla het Festa di San Rocco plaats. Het grootste zomerfeest van de stad. Het festa maakt de toch al kleurrijke parel van de Costa Viola alleen nog maar mooier. Snel plannen dus, dat zomerse bezoek aan Scilla.

Beeld: Shutterstock