Barolo is de wijn van koningen en koning van de wijnen. Zo krachtig als hij klinkt, komt ‘ie ook binnen. Een voorliefde voor krachtige, complexe rode wijnen is geboden en het prijskaartje windt er geen doekjes om. Smaakt dat naar meer of wil je juist nét iets minder? Met een flesje Barbaresco ben je de koning te rijk.
Barbaresco wijn
Barbaresco dus, het elegantere broertje van Barolo uit dezelfde regio Piemonte. Hij wordt volledig gemaakt van de nebbiolodruif en heeft dus gelijke eigenschappen als Barolo. De naam van de druif komt van nebbia (mist), dat verwijst naar de vele mistbanken in het heuvelachtige gebied óf het uiterlijk van de druif, die een grijzig laagje over de schil heeft. De ligging van de naast elkaar gelegen wijngebieden is alleen íets anders, en dat maakt het verschil tussen de twee koninklijke wijnen.
Barbaresco versus Barolo
Het wijngebied DOCG Barbaresco ligt ten oosten van Barolo en is een stukje kleiner. De wijngaarden liggen lager en dichter bij de rivier Tanaro. Minder hoogte en verzachtende invloeden vanuit de rivier zorgen ervoor dat het klimaat er wat zachter en warmer is. De druiven rijpen sneller, dus worden ze vroeger geplukt om zuren te behouden. Die zijn nodig om tegenwicht te bieden aan de van nature hoge tannines in de druif. Door de vroege pluk en houtrijping zijn de tannines ook minder straf, wat een Barbaresco maakt tot een elegantere, subtielere wijn dan z’n bazige broer. Hij vraagt ook niet altijd om jarenlange rijping en is sneller klaar om je glas in te duiken.
Smaakprofiel & pairing
En hoe smaakt dat glas dan? Typerend voor Barbaresco (en Barolo) zijn geparfumeerde aroma’s van viooltjes en rozen. Verder is het een droge wijn vol rood fruit als rode bes, frambozen en houtrijping kan tonen van vanille en kaneel geven in de afdronk. Laat je de wijn rijpen op fles (wat dat kan ‘ie járen), dan ontwikkelt hij smaken van truffel, wild en leer. Barbaresco mag dan soepeler zijn, het is nog altijd een krachtpatser. Een rondje decanteren in een karaf kan geen kwaad om de wijn en zijn smaken te ‘openen’. Dat kun je een uurtje voor je gaat drinken doen.
Een stevige wijn vraagt om stevig eten, en Barbaresco doet het goed bij aardse smaken. Gebakken of gebraden vlees, stoofgerechten en wild, maar ook paddenstoelen, truffel en gerijpte kazen zijn een goede combinatie met het glas rood.
