Dubbelleven
Om de onvermijdelijke thuiskomdepressie zoveel mogelijk de baas te zijn had ik mijn agenda helemaal volgepropt met tal van uitjes, concerten, diners, borrelafspraken en dates. Je moet jezelf bezig houden en ik wilde de nieuwe energie uit Florence doorzetten in Amsterdam. Na twee jaar lockdowns had Florence me boven alles geleerd dat je het leven moet léven, vergeef me de pathetische noot, en dat niemand het voor je gaat doen. Ook besloot ik om mijn Nederlandse leven wat Italiaanser in te kleuren. Want waarom zou ik mijn liefde voor dat land eigenlijk alleen dáár mogen beleven? En dus doopte ik elke maandag tot Italië-dag. Maandag Italië-dag. Op die dag zou ik oefenen met de taal, bijvoorbeeld online of met mijn schoolboeken van de lessen in Firenze. Ik mocht ook Italiaanse films of series kijken, of Engelse series die ik goed ken (zoals Friends) met Italiaanse stemmen en ondertitels, Italiaanse songteksten vertalen en uit m’n hoofd leren, misschien een Italiaanse kookcursus volgen, als het maar met Italië te maken had. Zo kon ik ook doorpakken met de taal en zou ik tijdens mijn jaarlijkse Italië-vakantie in september beter beslagen ten ijs komen. Echt een goed plan was het, ik was zeer tevreden met mezelf en als ik het nu weer zo opschrijf denk ik wederom: dat is nou nog eens een geweldig idee geweest.
Maar zoals Willem Elsschot al schreef: tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren. De eerste Maandag Italië-dag werd bruut verstoord door podcastopnames die niet op een andere dag konden, de maandag erop zat ik zo diep in een deadline dat ik geen dag kon missen, de week dáár weer na had ik twee afspraken die niet verplaatst konden worden, en zo was er altijd wat. Italië-dag op maandag bleek gewoon niet te werken, dus verzette ik het naar vrijdag. Vrijdag Italië-dag, lekker einde van de week, dan lag er ook minder werk dan zo aan het begin. En er was een dag dat ik inderdaad de hele dag Italiaanse series heb gekeken, en meteen voelde dat goed, maar de week erna had ik een bruiloft, de week dáárna ging ik naar Vlieland, naja, er kwam gewoon altijd wat tussen dat ik voor moest laten gaan.
En zo geschiedde dat er van mijn goede plan steeds minder over bleef, maar ik in mijn hoofd onvermoeibaar bezig was met Italië en vooral met hóe ik daar nou toch ooit ging wonen, deels ging wonen, tijdelijk ging wonen, wat dan ook. Tegelijkertijd vond ik het echt heerlijk om, terug in Nederland, gewoon overal de taal te kunnen spreken, de cultuur te snappen, mijn dierbaren om me heen te hebben. Die vijf weken waren fantastisch maar bij vlagen ook eenzaam, want mijn familie en échte vrienden waren niet daar. Die zijn hier. Hoe ging ik dat dan eigenlijk doen als ik, zoals ik altijd roep, ‘de helft van het jaar’ in Italië ga zitten?
Er waren, kortom, nogal wat vragen. Mijn schuldgevoel voor het mislukken van Italië-dag en het nog altijd niet beheersen van de taal, in combinatie met de heimwee naar Italië en het genot van weer terug zijn in Amsterdam zorgden voor een ingewikkelde emotionele cocktail. Het voelde bij vlagen als een dubbelleven. Ik leefde met volle teugen en plezier in Amsterdam, maar ik hunkerde naar een ander land waar ik van hield, en hou, zonder te weten hoe ik dat nou praktisch gezien moest vormgeven. Iets dat ik, een jaar later, overigens nog steeds niet weet. Afijn. Die wijsheid komt nog wel, en in dat verband haal ik graag nog een zin van Elsschot aan: het hart luistert slechts naar het hart. C’è sempre una soluzione.
Project Italiaanse droom
«L’Episodio precedente
Continua a leggere… »