Hoe je Italianen wel echt in paniek krijgt

Enerzijds vind ik Italianen ontzettende dramaqueens. Bij het eerste spatje regen gaat iedereen schuilen en de straat niet op zonder paraplu. Met nat haar naar buiten is uit den boze. Mannengriep geldt voor een groot deel van de bevolking. Bij keelpijn worden plannen gecanceld. Menstruatiekrampen worden niet alleen gerespecteerd maar soms ook als reden gezien om dagenlang weinig tot niks uit te voeren. Aan de andere kant is het toch een ontzettend weerbaar volkje. Economische crisis zonder einde? Het is wat het is. Een corrupte overheid? We hebben erger gezien. Aardbevingen? Oorlog? Ja ja. Ze drinken er nooit een kopje koffie minder om in de ochtend. Tutto passa. Maar wat als het centrum van hun universum, de lokale koffiebar, even dicht is?

Ik heb me weleens afgevraagd waarom er zo verschrikkelijk veel barretjes zijn in Italië en hoe ze altijd klandizie lijken te hebben. Het leek erop dat Italianen over het algemeen weinig voorkeur hebben als het gaat om waar ze koffiedrinken. De vaste koffiebar wordt degene het dichtst bij huis, zo simpel is het. Of nou ja, dat dacht ik tenminste.

Afgelopen week ontstond er een complete error in mijn buurt. De lokale koffiebar was plotseling dicht wegens verbouwing. Op de dichte luiken stond: ‘Weer open als de verbouwing voorbij is,’ wat ontzettend Italiaans maar vooral erg grappig is. Ik baalde uiteraard, want deze plek verkocht niet alleen ‘s ochtends de lekkerste en goedkoopste koffie maar was ook de plek waar ’s avonds op straat werd gedronken. Maar mijn frustratie was niks vergeleken bij wat ik om me heen zag gebeuren. Mensen liepen als opgesloten Sims-poppetjes om het gebouw. Je zag gewoon de errors opstapelen in de hoofden van de lokale bevolking. Er werd gepraat, gewezen en er werd vooral heel wild met handgebaren gepanikeerd. Wie was hier verantwoordelijk voor?

De dagen erna zag je mensen zich verspreiden naar allerlei andere barretjes en plekken in de buurt. Je zou kunnen zeggen met staart tussen de benen. Het leek bijna, wanneer ik in een andere bar binnenkwam, alsof ik met een soort schaapachtige herkenning werd aangekeken van: ‘ah jij ook hier, maar je wilt hier eigenlijk ook niet zijn.’ Er werd creatief nagedacht. Op hetzelfde pleintje als de koffiebar – in verbouwing – zit ook een tabakswinkel. Men deed op een dag zelfs een poging daar een biertje uit de kleine smoezelige koeling te kopen er probeerde ermee op straat te gaan staan. Het klopte voor geen meter en sloeg niet aan.

De verbouwing duurt inmiddels een maand. Elke keer als ik langs de bar loop staan er mensen voor de deur te kijken. Ze kijken of de verbouwing opschiet, of misschien staan ze er een soort fantoomkoffiepauze te houden, in ieder geval wachten ze tot het leven weer normaal wordt. Tot het centrum van hun universum weer open is.