Skiën in Selva – De droom van de Dolomieten
Dat skiën alleen in Oostenrijk gebeurt is natuurlijk een fabeltje. De Italiaanse bergen zijn minstens zo mooi, de skigebieden enorm en tja, er zal best een levende ziel te vinden zijn die een bordje goulash en een platgeslagen schnitzel prefereert boven een ossobuco, maar heel veel zullen het er niet zijn.
Skiën in Selva di Val Gardena
Wegens een gevalletje ‘geen plek’ in Ortisei, stootten wij vorig jaar door naar Selva, een dorpje net iets verderop. Kleiner, maar uiteindelijk verbonden met hetzelfde skigebied en met een hoge concentratie aan mooie hotels. Oké, mooi is een tikje relatief want het blijft een skioord dat tegen Oostenrijk aangluurt, dus als je een grenenallergie hebt en oprispend zuur hebt bij houtgesneden figuren of hartjes boven je bed, dan kun je beter naar Frankrijk gaan. Al hebben wij gelogeerd in het Linder Cycling Hotel (want ook in de zomer is het best toeven daar in Selva) en dat was dan weer een pareltje waar het interieur (en de rest) betreft.
Verder is het een beeldig dorpje, denk kerstmarkt, een Sparretje met traiteuraspiraties, een gezellige apres-ski en oh, mijn hemel, restaurant Comici dat je alleen per ski of lift kan bereiken en waar ze verse kreeft serveren. Die kreeft wordt elke dag per helikopter vanuit Venetië ingevlogen. Walgelijk luxe natuurlijk en vreselijk voor onze ecologische footprint, maar wel gruwelijk lekker.
Over het skigebied
Nog even wat feiten over het gebied:
- Totaal aantal pistes: 175 kilometer
- Blauw 30%
- Rood 60%
- Zwart 10%
- 79 liften
- Hoogte tussen 1816 meter tot 2789
En het is vlakbij Cortina d’Ampezzo, daar ski je naartoe. Ik tel alvast de dagen.