Struinen door romantische straatjes met een gelato in de hand is een heerlijke bezigheid, maar Italië herbergt ook vele prachtige wandelingen door de woeste natuur. Zoek maar eens op de Dolomieten of de Etna. Zin om je wandelschoenen aan te trekken? Dit zijn onze 4 favoriete wandelingen in Italië.
1. Wandelen rond vulkaan Etna
Vulkaan Etna komt veel in het nieuws omdat het de op twee na actiefste vulkaan van Europa is en een van de meest actieve ter wereld. In 1669 was er een grote uitbarsting waarbij veel dorpen en een deel van Catania zijn verwoest. De laatste grote eruptie was in 2001 en duurde maar liefst 24 dagen. De vulkaan is nog steeds actief en barst regelmatig uit, zij het klein. Een wandeling in dit gebied is dus alleen voor echte durfallen.
De vulkaan staat op de werelderfgoedlijst van UNESCO en behoort tot het nationale park ‘Parco dell’Etna’. Je vindt hier veel wandel- en fietsroutes maar een van de mooiste en meest toegankelijke is de beklimming van de zuidhelling van de Etna. Deze begint bij Rifugio Sapienza. Je bent zo’n 4 uur onderweg naar het eindstation, op 2.500 meter hoogte. Niet zo sportief? Dan kun je ook de kabelbaan pakken. Vanaf het eindstation is het nog zo’n 200 meter lopen helemaal naar de eerste krater. Dit lijkt kort, maar door de ijle lucht ben je daar nog zo’n twee uur mee bezig.
Als dit nog niet spannend genoeg is, kun je ook de noordhelling van de Etna beklimmen. Voordeel is dat het vele malen rustiger is, maar het is wel heel ruig en je gaat naar kraters op een hoogte van 3.300 meter. Pak vanaf Piano Provenzana de off-road bus naar 2.900 meter hoogte en ga zelf te voet verder. Overal zie je sporen van oude en recente uitbarstingen, erg spectaculair om te zien.
2. Wandelingen in de Dolomieten
De Dolomieten zijn een gebergte in de Noord-Italiaanse Alpen. Ze staan bekend om de torenhoge, loodrechte rotswanden met spitse pieken die uitsteken boven knalgroene valleien. Een surrealistisch aanzicht. Nog verwonderlijker is dat de Dolomieten ooit de bodem waren van een tropische zee, waarvan de toppen de koraalatollen zijn die zijn opgestuwd. Het zal je niets verbazen dat ook de Dolomieten op de werelderfgoedlijst van Unesco staan.
De mooiste wandeling neemt je mee naar Tre Cime de Lavaredo. Hoewel deze wandeling in Italië supermakkelijk is en maar 4 uur duurt, is het uitzicht magisch. Ook kom je onderweg langs kleine meertjes met kraakhelder turquoise water. De wandeling begint bij de betaalde parkeerplaats van de Auronzo-hut. Je kunt zelf eten meenemen en picknicken in de alpenweiden of aanschuiven bij een van de knusse berghutten. Ze serveren er allemaal mineraalwater afkomstig uit de nabijgelegen beekjes. Verfrissender kan bijna niet.
3. Wandelen aan de Amalfikust
Nog een wandelparadijs is de Costa Amalfitana waarvan de meeste routes dateren uit de 19e eeuw om verschillende dorpen en kleine baaien met elkaar te verbinden. Voor deze wandelingen in Italië heb je wel een goede conditie nodig. De Amalfikust wordt namelijk ook wel de verticale kust genoemd, naar de steile rotswanden, waarover de paden met vele trapjes lopen. Denk aan meer dan 300 treden op en af, dat een aantal keer per wandeling. Gelukkig is het uitzicht over de helderblauwe zee en schilderachtige dorpen het allemaal waard.
De mooiste wandeling hier is het Sentiero degli Dei, het Godenpad. Dit is een wandeling van Bomerango naar Nocelle en is ongeveer 8 kilometer lang. Het startpunt vind je in Bomerano aan het plein bij de Via Pennino. Deze wandeling is gelukkig vrij vlak zonder de honderden traptreden. Deze wandeling wordt een van de mooiste van Italië genoemd, de natuur en uitzicht over de kustlijn zijn namelijk fenomenaal. Je komt langs wijnranken, steile afgronden en historische grotten. Dit allemaal op een flinke hoogte waar je je bijna in de hemel waant. Het pad doet z’n naam eer aan.
4. Wandelingen door de bergketen Apennijnen
De Apennijnen zijn een langgerekt gebergte in Italië die zich uitstrekt over bijna heel het schiereiland. Je kunt er niet omheen als je naar Italië gaat, letterlijk en figuurlijk dan. De bergketen loopt van Ligurië helemaal naar Sicilië. De hoogste top is de Corno Grande met 2.912 meter en dit is bovendien de zuidelijkste gletsjer van Europa. In de Apennijnen vind je diverse nationale parken waaronder Parco Nazionale dei Monti Sibillini.
Dit park ligt in de regio’s Marche en Umbrië, in Midden-Italië. Vooral Castelluccio is het bezoeken waard. Dit plaatsje op 1.450 meter hoogte wordt ook wel het dak van Umbrië genoemd. Het dorpje is het startpunt van vele fantastische wandelingen. Eind juni, begin juli vindt hier ‘La Fioritura del Pian Grande di Castelluccio plaats. Vanuit het dorpje lopen er verschillende paden naar beneden naar de beroemde bloemenvelden die dan in bloei staan. Omringd door het ruige Sibillini-gebergte is het een sprookjesachtig tafereel.
Een andere aanrader is om rondom Monti Sibilini te wandelen, een verborgen parel in Italië. Parkeer bij Rubbanio en wandel de ‘’Gole dell’Infernaccio’’, in het Nederlands de Helkloof. Verwacht een nauw pad tussen kilometers hoge, steile rotswanden bedekt met weelderige beukenbossen en aan het eind een verborgen waterval.
