Werk aan de winkel
Het belangrijkste dat ik na die vakantie in september 2020 moest doen was het financiële plaatje uitpluizen. De Italiaanse huizenmarkt is in vrijwel niets te vergelijken met de Nederlandse, en de prijzen ook niet. Tuurlijk, de miljoenenpaleizen zijn er, maar je kunt zelfs in een dure provincie als Toscane voor €20.000,- een klein dorpshuisje op de kop tikken, waar in sommige gevallen niet eens zo gek veel aan gedaan hoeft te worden. Niet dat ik dit toen allemaal al wist overigens; als ik oude appjes lees blijkt maar weer dat ik werkelijk geen idee had. ‘Deze kost maar vier ton, dat is hartstikke overzichtelijk!’ appte ik enthousiast naar een vriendin toen ik haar vertelde over wat voor huis ik zou willen. Vier ton overzichtelijk noemen, je moet het maar durven. Dan heb je wel een gigantisch huis met zes slaapkamers, vijf badkamers en een infinity pool in je tuin van duizend hectare. Als je dat vergelijkt met de schamele veertig vierkante meter die je er in Amsterdam voor krijgt is het inderdaad een koopje, maar zie het maar eens bij elkaar te verdienen en te sparen.
Hoe dan ook, ik wist die zomer überhaupt niet in welke prijsklasse ik kon gaan zoeken. Dus toen ik een willekeurige makelaar mailde met de vraag of ik eens wat huizen kon komen bekijken, blufte ik me door de ‘what is your budget‘-vraag. Dat moest ik nog overleggen met de bank, zei ik min of meer naar waarheid, het zou ‘vast rond de €300.000 worden.’ Maar met de kennis van nu weet ik dat ik nooit van mijn leven drie ton van de bank ga krijgen. Hierbij dan ook vast een advies voor eenieder met vergelijkbare dromen: ga éérst met de bank praten en dan pas bezichtigen, want de huizen die ik die eerste middag zag bleken ver, vér boven mijn budget te liggen.
Die ontnuchterende boodschap kwam een paar weken later, toen ik bij de bank aan tafel zat. Een middag googelen had al opgeleverd dat Nederlandse banken niet meer aan hypotheken voor huizen in het buitenland doen. Maar: ik heb al een hypotheek op een koophuis in Amsterdam. Daar zit best wat overwaarde op en volgens de meeste blogs die ik erover kon vinden zou dat de snelste route moeten opleveren. Als je geen bestaand koophuis hebt en een reguliere lening zou willen afsluiten, is dat een stuk duurder en kun je dus minder lenen.
Op een zonnige middag trok ik mijn mooiste pak aan en ging naar mijn afspraak met de financieel adviseur van ABN AMRO, de bank die mijn hypotheek verstrekt. Alsof het zo’n man ook maar íets zou uitmaken hoe ik eruit zag. ‘Goh mevrouw, wat een prachtig pak heeft u aan, dat ziet er zakelijk en succesvol uit. Weet u, ik geef u gewoon víer ton.’ Maar goed, la bella figura zeggen de Italianen niet voor niets. Hij bevestigde in ieder geval wat het internet ook al zei: om de overwaarde op te kunnen nemen kun je de hypotheek verhogen tot maximaal de waarde van je huidige Nederlandse huis, en om dat te kunnen doen moet je voldoen aan bepaalde inkomenseisen. Hij voerde een hoop getallen in (huidige hypotheek, eventuele andere schulden, omzetcijfers, rentetarieven en ga zo maar door), ratelde op zijn toetsenbord en kwam met een lijst getallen waar de moed me direct van in de schoenen zonk. Buiten app ik mijn vader en zusje: ‘Vergeet het maar jongens, dat huis gaat er nooit komen.’ Maar al snel bleek: naar goed Italiaans gebruik is een eerste ‘nee’ toch vooral een ‘misschien.’ Het duurt alleen wat langer. Quindi, c’è molto lavoro da fare.
Project Italiaanse droom
Continua a leggere… »