Hoe ik een cassata-obsessie kreeg en weer verloor binnen 24 uur
Soms verlies je jezelf ergens in. Meestal als je allerlei andere belangrijke dingen te doen hebt. Zo kwam ik in een drie uur durende cassata loophole terecht. Je weet wel, de Siciliaanse groen-witte taart van marsepein met gekonfijte vruchten erop. Maar vlak voordat ik een afspraak bij een tattooshop wilde maken om een levensgrote cassata Siciliana op mijn rug te laten tatoeëren was ik de obsessie alweer verloren, en niet zomaar.
Cassata Siciliana is een dessert uit Sicilië, of eigenlijk uit Palermo, bestaande uit cake, zoete ricotta, marsepein en gekonfijte vruchten. Maar naast dat ik cassata echt ontzettend lekker vind, kwam ik er tijdens deze drie uur durende zoektocht achter dat ik cassata vooral BLOEDMOOI vind. Het zal vast iets te maken hebben met de kleuren: het felle groen, wit rood en oranje. De obsessie begon doordat ik een diner organiseerde bij mij thuis en nog op zoek was naar een dessert. Als je een cassata op tafel zet maak je gewoon indruk. Net als veertig jaar geleden met Viennetta-ijs.
Siciliaanse desserts staan bekend om het feit dat er vaak ricotta gebruikt wordt en dat ze behoorlijk zoet zijn. En dat ze erg lekker zijn. In Rome ging ik vaak naar een Siciliaanse bar waar het altijd druk was, er met kopjes gegooid werd en mensen aan de lopende band cassata lieten inpakken in felblauw papier om mee naar huis te nemen (ik begrijp nu waarom). De cassata’s stonden in kleurrijke rijen opgesteld, je zou het kunst kunnen noemen.
In Florence, waar ik nu woon, zijn de plekken waar Siciliaanse pasticceria wordt verkocht schaars. De enige plek waar ik naartoe kon was een bakker op 45 minuten met de tram bij mij vandaan. Ik had mijn jas al aan, maar besloot toch nog even te bellen voor de zekerheid. Met ‘oouuéé’ werd er opgenomen. Toen ik vroeg of er nog cassata’s te koop waren zei hij helaas van niet. ‘Dan moet u ’s ochtends vroeg bellen mevrouw.’ Daar was het helaas te laat voor. Toen maakte ik mijn allereerste catastrofale fout van 2024: ik besloot de cassata dan maar zelf te gaan maken.
Vol goede moed kocht ik boter, eieren, suiker, bloem, sinaasappels, pistachenoten, chocolade, Maraschino-likeur, een grote hoeveelheid ricotta, sukade, vanillestokjes, gekonfijte vruchten en marsepein. Bijna een hele maand huur gaf ik eraan uit. Eigenlijk was ik er na de boodschappenlijst al klaar mee. Maar we geven niet zomaar op. Dat moest ik nog vaak tegen mezelf zeggen, want de eiwitten werden niet stijf en de cake kreeg klontjes en verbrandde een beetje. Ik schoot uit met de likeur en ik weet niet precies hoe, maar het ricottamengsel werd te vloeibaar. Zo vloeibaar dat het er als een soort lava uit de Etna aan alle kanten uit liep. Ten slotte kreeg ik de marsepein niet goed uitgerold. Het resultaat was een dessert wat ik nu graag noem: ‘het einde van een Cassata obsessie.’ Wordt vervolgd.