Einde van de detour

Zoals verteld helemaal in het begin van mijn verkering met Italiamo zat ik in de zomer van 2020 bij de bank om het plan te maken voor mijn Italiaanse droom. Door de overwaarde van mijn koophuis op te nemen, zo bleek. Dat kon als ik mijn inkomen verhoogde naar een bepaald bedrag, en een smak spaargeld opbouwde. Met een duidelijke taak op zak verliet ik het pand. Maar de wereld veranderde. De rente ging van normaal-laag naar extreem laag, er kwamen oorlog op het Europese continent, een gas-crisis, de rentes holde omhoog, inflatie sloeg harder toe dan ooit. Er gebeurde een hóóp. Het zorgde ervoor dat ik ging twijfelen aan mijn Italië-wensen. Een tweede huis kopen in een wereld die zo onrustig was leek me gewoon niet slim. Afijn, dit heb ik allemaal al verteld. Ergens along the way raakte ik het Italiaanse pad uit het oog, of beter, verplaatste het naar een paar jaar later, en zette mijn zinnen op een nieuw huis in Amsterdam. Ik woon al sinds ik achttien ben in hetzelfde huis, het is tijd voor iets nieuws.

Dus ik begon Funda als hobby en vroeg in oktober ’22 mijn eerste bezichtiging aan. Een piepklein huis van 37 vierkante meter voor 370.000 euro, ergens op de begane grond in de Pijp. Een mini tuin erbij met daarin een soort tuinhuisje. Tja. Hoge plafonds, dat wel. Er waren tijden dat ik wel drie huizen per week bekeek, allemaal om te voelen wat ik eventueel zou kunnen kopen in Amsterdam en of dat het waard was om mijn eigen huis voor te verlaten – en daarmee aanzienlijk in maandlasten te gaan stijgen.

Het aanbod viel soms mee, dan tegen. Er waren weken dat ik zeker wist te willen verhuizen, er waren weken dat ik niet weg wilde. Nog nooit heb ik zo slecht geweten wat ik moest doen, ik werd helemaal gek van niet weten wat ik met dit luxeprobleem aanmoest. Het voelde als een relatiecrisis met m’n huis. Wil ik wel met jou door? Ik zat met drie verschillende financiële adviseurs die allemaal iets anders zeiden, en ondertussen bleef ik bezichtigen en stond geregeld in zielloze schoenendozen die twee weken later voor 50.000 euro boven de vraagprijs werden verkocht. Ik liet makelaars bij mij over de vloer komen om een verkoopprijs te bepalen, en ging met één van hen in zee. Een leuke vrouw, mijn voorkeur gaat altijd uit naar een vrouw, zeker eentje die niet op een gelikte makelaar met suède instapschoenen zonder sokken lijkt.

Al met al heb ik denk ik dik vijftig huizen bekeken in iets meer dan een jaar tijd. Er waren er misschien zes waar ik wel had willen wonen, maar die werden verkocht voor bedragen die me duizelden. Eigenlijk moest ik éérst mijn huis verkopen, zeiden de adviseurs, dan kun je beter toeslaan, zei ook de makelaar. Maar dat durfde ik niet. Wilde ik niet. Straks zat ik zonder huis? Op de valreep van ’23, een paar dagen voor kerst, twee weken voordat ik op vakantie zou gaan, stond ik in een kluswoning waar ik het wel in zag, en besloot een bod te doen – dat uiteraard niet werd geaccepteerd.

Ergens in Zuid-Afrika, tijdens die vakantie, in de zon en de warmte, besloot ik niet meer mee te willen doen aan de Amsterdamse huizenmarkt. Het is het niet waard. Wat ik wil kan ik niet betalen, en wat ik wel kan betalen wil ik niet. En vooral besloot ik, ik wil toch echt Italië. En daarmee kwam een eind aan een jaar lange detour en ben ik terug op het oude spoor: huis opknappen, sparen, overwaarde opnemen, iets in Italië kopen. En ik weet ook eindelijk zeker: dít is wat ik echt wil.

Project Italiaanse droom

« L’Episodio precedente

Continua a leggere…»