Geluk op een heuveltop

Omdat ik een boek te schrijven heb en ik me in Amsterdam simpelweg niet langer dan een uur achter elkaar kan concentreren deed ik het enige logische dat ik kon bedenken; ik ging naar Italië. Ver weg van alle dagelijkse afleiding, van zakelijke afspraken die echt alléén op die ene dag kunnen die ik had gereserveerd voor schrijven, van mijn bank die zo vreselijk aantrekkelijk is en ik me graag op terugtrek bij de minste of geringste tegenslag. Ik heb zo’n brein dat sommige taken alleen kan uitvoeren als ik er de héle dag de tijd voor heb. Wanneer ik om 15:00 uur een afspraak heb kan ik die uren ervoor niet schrijven aan iets groots als een boek. Kan simpelweg niet. Wel kan ik korte schrijfopdrachten doen, emails, filmpjes monteren, eigenlijk alles, maar een BOEK, iets dat als ik eerlijk ben ook een beetje als een molensteen om m’n nek hangt, dat kan alleen als de hele dag leeg is, en de avond, en bij voorkeur ook de dagen er omheen. Maar zie dat thuis tussen alle andere verplichtingen door maar eens te organiseren.

Ik besloot een halve week vakantie te nemen in mijn vaste stranddorp, daarna bij mijn zusje en haar vriend en beste vriendin in de bergen bij Bagni di Lucca langs te gaan, om me vervolgens twee weken lang op te sluiten op een Italiaanse heuveltop. Urenlang heb ik Airbnb afgestruind op zoek naar een schrijfhuis dat aan weinig hoefde te voldoen behalve twee harde eisen. Er moest een goede eettafel zijn om aan te werken, en, het belangrijkst, het moest een killer van een uitzicht hebben. Verder maakte het, zolang het binnen budget was, niet veel uit. Heel Toscane heb ik uitgekamd, een stuk van Ligurië meegenomen, en uiteindelijk vond ik een appartement dat zó perfect leek te zijn dat ik even twijfelde omdat ik dacht een kat in de zak te pakken te hebben.

Dat bleek het niet te zijn. Er waren geen katten in zakken, maar wel katten, echte lieve knuffelige en nieuwsgierige katten, die geregeld bij mijn huis aan kwamen drentelen. De eerste kwam gelijk al op de eerste dag, hondsbrutaal, luidkeels miauwend, zich enthousiast tegen mijn benen en de deurpost vlijend. De buurvrouw vertelde dat het een bekende poes was, zonder eigen huis, maar die overal op de heuvel adresjes had waar ze brokjes kreeg, zo ook bij haar. En toen dus ook bij mij. Een paar dagen later kwam er nog een poes, net zo brutaal, en uiteindelijk had ik in totaal een roedel van vier poezen die allemaal op gezette tijden langskwamen voor brokjes en een aai.

Dus daar zat ik, vier poezen, op een Italiaanse heuvel, uitkijkend op zee, de hele dag zon, in een huis dat ik zó had willen kopen. Per dag schreef ik zo’n 2.000 woorden, aan het eind van de twee weken stond er zowaar een stevig begin van een boek, én was ik dikke vrienden met niet alleen de poezen maar ook met alle buren en de eigenaar van het huis. Die me op de dag van vertrek meedeelde dat als ik nog zo een week langer mocht blijven, gratis, en of ik alsjeblieft volgend jaar weer terugkom – voor een vriendenprijsje uiteraard.

Soms vind ik mezelf een hangende plaat en een romanticus en ook een beetje een fantast. Maar toch voelt het elke keer weer zo: Italië, land waar alles altijd goed komt. Ci rivediamo presto.

Project Italiaanse droom

« L’Episodio precedente

Continua a leggere…»