Dit zijn de allerliefste dingen die ik meemaakte sinds ik in Italië woon

Na drie jaar Italië zijn er een aantal momenten die ik voor altijd zal blijven koesteren en waarmee ik Italië en de mensen die er wonen voor altijd zal blijven associëren. Mensen die het verschil hebben gemaakt, in ieder geval voor mij. Waardoor ik nog meer van het land ben gaan houden dan ik ooit voor mogelijk had gehouden.

Nonnen-klasgenoten

In Rome kreeg ik les in een klooster als enige niet-non. Op een middag voelde ik me nogal rot. Ik was voor de derde keer verhuisd in twee maanden tijd en de eerste nacht in wat vanaf dat moment mijn vaste kamer zou worden had ik niet geslapen. Het had gestormd, maar daarnaast had ik vijf nieuwe huisgenoten en was het huis extreem oud en gehorig. De hele nacht hoorde ik mensen thuiskomen en het sluiten van de badkamerdeur klonk als een kanonskogel. In de les vroeg mijn lerares hoe mijn nieuwe kamer beviel en alleen al bij de gedachte eraan barstte ik in tranen uit. Alle nonnen keken verschrikt op en waren zo verschrikkelijk lief en troostend. Er werd direct koffie gezet terwijl ze me om de beurt een knuffel gaven. Ik zal het nooit vergeten.

Martina

Martina was mijn huisgenoot in Rome. Ik verhuisde rondom Pasen, dus klopte twee dagen nadat ik verhuisd was op mijn deur met de vraag of ik zondag wilde lunchen in de gang, we hadden geen woonkamer. Ik werd op zondagochtend rond een uur of acht wakker van de geur van tomatensaus. Ze was zelf sugo en gnocchi aan het maken. Ik stond perplex. Gnocchi, alsof het het bakken van een ei betrof. Rond lunchtijd had ze samen met de andere huisgenoten de tafel gedekt en ze had niet alleen gnocchi, maar vier andere gangen gemaakt.

Ik maakte die middag kennis met het zuiden van Italië. De liefde voor eten zit in het bloed van veel Italianen, maar bij Martina ging het verder dan dat. Ze hield ervan om me dingen uit te leggen. Wanneer we wakker werden met een kater, maakte Martina een traditionele Napolitaanse pasta met gefrituurde courgette. Als ik laat thuiskwam of tot laat moest werken maakte ze aardappelpuree met worst en sla. Ze dwong me om Italiaans te spreken, want sprak geen engels. Ze streek mijn kleding voordat ik op een date ging. Ze liet Italië meer als thuis voelen dan ik me ooit had kunnen voorstellen.

Jonge koffiebar meneer

Een belangrijk proces van je thuis beginnen te voelen in Italië, is op zoek gaan naar de koffiebar het dichtst bij je huis. In mijn fantasie zag ik al maanden een oud mannetje met een kromme rug in een traditionele bar voor me, maar dat werd het niet. De bar het dichtste bij mijn huis had een soort Italo-Berlusconi inrichting met glanzend marmer en drankflessen op de muren met gekleurde verlichting erachter. Er stond altijd harde muziek van Sean Paul of Pitbull op. Het duurde een week voordat ik wilde toegeven dat deze echt het dichtstbij was en ik me er naar binnen waagde.

De eigenaar was niet oud maar jong, rond de veertig en wel direct erg aardig. Koffiebar-eigenaren wachten vaak af tot duidelijk is of jij behoefte hebt aan stilte of een praatje. Het lijkt bijna een soort beroepscode. Toen ik er voor de derde keer kwam, begon het kletsen. Ik vertelde dat ik hier pas naartoe verhuisd was en mijn Italiaans nog wat krakkemikkig was. Hij zei dat dat best meeviel en vertelde dat hij zestien jaar geleden naar Italië was verhuisd en zo praatten we elke keer dat ik kwam een beetje.

Toen ik verband om mijn hand had omdat ik in glas was gevallen vroeg hij nog weken erna hoe het ermee ging. Hij vroeg elke dag hoe het ging, hoe mijn lessen gingen en wat ik gegeten had. Ik zwaaide elke keer als ik langsliep naar de supermarkt en hij zwaaide altijd terug. Wanneer je alleen in het buitenland woont kun je ontzettend opknappen van iemands opmerkzaamheid en oprechte interesse.

Olijfolie-meneertjes

Olijfolie is een belangrijk onderdeel van de Italiaanse eetcultuur. Ik werd een keer uitgenodigd om de olijvenoogst van dichtbij te komen bekijken. Die uitnodiging nam ik natuurlijk graag aan. Een van de schattigste taferelen die ik ooit in Italië zag, waren twee oude Italiaanse mannetjes in de frantoio (persfabriek). De meneertjes zaten met bretels aan op twee stoeltjes in de grote productieruimte. Vroeger was het mogelijk het gehele proces binnenin de machines te aanschouwen. Tegenwoordig is dit niet meer het geval. Ook was het gebruikelijk om je eigen olijven in de gaten te houden voor het geval er gesjoemeld werd. Maar nu viel er dus niks meer te zien. Italianen zouden alleen natuurlijk geen Italianen zijn als ze niet zouden blijven doen wat ze deden. Dus bleven deze twee ook geduldig wachten tot hun eigen nieuwe olijfolie uit de tap kwam.

Pink party bovenbuurvrouw

In Florence woon ik alleen. Nou ja, niet helemaal. Boven mij woont een 82-jarige dame met haar dochter. Ze gaat graag naar de kapper, draagt van die schattige oude damesschoenen brengt me soep als ik ziek ben. Op haar verjaardag was ik uitgenodigd op haar ‘pink party.’ Ze had roze champagne en roze taart gekocht en roze kleding aan. Al haar bejaarde vriendinnen waren er. Het was zo vreselijk lief, ik moest bijna huilen toen ze de kaarsjes uitblies.