Mays zeer geheime adresjes in Puglia

Terwijl ik dit tik, zit ik tussen een citroen- en een vijgenboom in met links van me een struik rozemarijn zo groot dat je er in zou kunnen klimmen. Ik ruik een zachte brandlucht van een huisje verderop, waar een boer zijn vuil verbrandt en ik heb net een doosje verse aardbeien achterover gedrukt. Vanavond eten we bij La Terra del Gusto, waar versgeboren katjes de attractie voor onze meisjes zijn, en morgen lunchen we bij Da Michele, het beste visrestaurant uit de streek waar met een beetje mazzel ook nog een draaimolen voor de deur staat waardoor we de lunch een uurtje kunnen rekken en wij een flesje Falanghina soldaat kunnen maken. Ecco: het leven in Puglia, mijn favoriete streek in Italië.

Mocht je ook willen: dit moet je weten.

1.     Hoe kom je er?

Vliegen is eenvoudig. Je vliegt op Bari of Brindisi (als je naar ‘mijn’ Puglia wilt tenminste) en huurt daar een auto. Met de auto is ook een optie, maar aangezien het meer dan 2000 kilometer is, raad ik je wel aan er een dag of drie voor te reserveren. Je vliegt in tweënhalf uur naar de hak van de laars, want dat is waar we zijn.

2.     Waar slaap je?

Ik ben niet van team jeugdherberg, dus vergeef me als mijn keuzes niet extreem goedkoop zijn, al is hotel Victoria in Torre Santa Sabina een van de beste familiehotels waar ik ooit sliep voor een zacht prijsje. Er is geweldig eten en er werken de liefste mensen. Pas alleen op voor de cactussen op het terras.

Masseria Montenapoleone is zo’n plek waar je meteen wilt trouwen. Het enige nadeel is dat veel mensen dat ook doen en dan heb ik al geen zin meer, maar goed. Het is een prachtig oud gebouw, sommige delen dateren uit het jaar 500. Het zwembad heeft een brandingachtige constructie waardoor je ook lekker in het ondiepe kunt zitten dat langzaam verglijdt met het ‘echte’ bad. De kamers zijn uniek, stevig en mooi ingericht en de bedjes rond het zwembad hebben dakjes, zodat je er heerlijk in subtiele afzondering een boek kunt lezen.

Torre Coccaro is vijf sterren deluxe. Ik vind het zelf iets te prijzig maar oh, wat kom ik graag in hun strandtent (met in de wc grote vazen vol vers geplukte limoenen tegen de muggen) en wat vergrijp ik me graag aan alle kimono’s en strandjurkjes in hun winkel. Torre Coccaro ligt in Fasano, een chic plaatsje vlakbij de kust.

Zelf ben ik er niet geweest, maar een vriendin met buitengewoon goede smaak was net in hotel Canne Bianche, een luxe spa aan zee.

3.     Waar eet je?

Lunch bij de strandtent van Torre Coccaro of bij Da Michele Miramare in Torre Santa Sabina (mijn geliefde zegt nu: ‘Ga je al onze geheime adresjes weggeven?’) of bij Lido Bizzarro in Torre Canne. Die laatste is de vaste hangout van mijn man en van bijvoorbeeld Henk Spaan (weet je nog?) en Roberto Donadoni, die daar volgens mij ook nog wel eens een vorkje heeft geprikt met Marco van Basten voordat ze samen een balletje afsloegen op een van de golfclubs die hier zijn.

4.     Wat eet je?

Als je niet van vis houdt kun je beter een blokje om gaan, want het is hier pesce, pesce, pesce wat de klok slaat. Puglia is vooral bekend om de pesce crudo, oftewel rauwe vis. Bestel een piatto misto en je krijgt het meest fotogenieke en allerlekkerste bord. Ik eet graag een sautè di cozze (mosselen) en room het af met een spaghetti alle vongole, die mijn kinderen ook heerlijk vinden. Verder heb je hier natuurlijk overheerlijke buffelmozzarella en zijn de groenten van een andere planeet, zo puur en lekker.

5.     Wat drink je?

’s Ochtends natuurlijk un caffè of een latte macchiato. Ik vlieg via heel veel aqua frizzante richting een caffè freddo of een frappé (koude koffie met een beetje melk, suiker en Tamoil-ijs dat het een stroperige massa wordt). De lekkerste at ik bij een piepklein Tamoil-benzinepompje op de weg van Bari naar Ostuni. Daar was-ie perfect. Het is een soort Russische roulette met die frappés; je weet nooit wanneer je de beste volgens je ideale recept krijgt.

Qua wijn is de Falanghina voor wit en de Primitivo voor rood (kan ook voor wit trouwens) een heel goede keuze. Alles afromen met een glaasje Averna en je hebt de volgende ochtend weer een plat buikje.

6.     Wanneer ga je?

Puglia kent seizoenen, dus in de herfst is het hier heus mooi, maar fris. In mei is het meestal heerlijk (rond de 24 graden), maar koelt het ’s avonds af (leuk voor je garderobe: jasjes mogen mee), maar houd er rekening mee dat het zwembadwater vrij fris is (18 à 19 graden) en dat veel strandtenten pas open gaan in juni. Desalniettemin is er genoeg te doen. Alberobello voor de trulli (de typische ‘smurfenhuisjes’ in Puglia), Locorotondo voor de perfecte steak en het mooiste uitzicht.

Tip

Strandtent Guna Beach staat in mijn internationale top 3. Wie weet zie ik je, want ik ben een Puglia-recidivist. Ciao!

Bron: Amayzine