Nieuwe taalpoging
Het is een mijlpaal die ik had gedacht nooit te halen, maar als dit verhaal online staat ben ik al 308 dagen Italiaans aan het leren met Duolingo. Het duurde eindeloos voor ik de smaak te pakken had, was lange tijd totaal niet gevoelig voor dat gezeur over ‘streaks’ en die niet willen doorbreken, maar inmiddels heeft het me volledig in de tang. Tot aan behoorlijk aangeschoten in een bomvolle tent op Lowlands staan en je realiseren dat je die dag nog niet hebt geoefend, zodat je dan dus tussen de duizenden hossende mensen opeens bezig bent met je ragazzo die naar zurigo moet voor zijn werk. Niet alleen ga ik er braaf mee door omdat ik mijn streak niet wil verliezen, ik heb ook het idee dat ik er daadwerkelijk iets van opsteek. De eindeloze herhalingen van bepaalde grammaticale lessen of woorden zijn bij vlagen onuitstaanbaar, maar het wérkt wel.
Dat dagelijkse Duolingo combineer ik met geregeld de lesboeken doornemen die ik kreeg toen ik in Florence een taalcursus deed, vol grammatica en werkwoorden en lidwoorden en voegwoorden en al dat soort ellende. Het resultaat van dit alles is dat ik inmiddels best een soort van redelijk begrip heb van het begin van de grammaticale regels. Ook mijn woordenschat groeit en groeit. Als ik alleen thuis ben probeer ik bij wijze van oefenen dingen in het Italiaans te vertellen aan mijn kat, wat, vind ik, bést goed klinkt. Maar kan ik dan nu een gesprekje voeren in het Italiaans? No.
Het ding is, wie op papier leert, kan in het echt nog steeds niet veel. Althans, dat is voor mij zo. Ik woon zoals wel eens eerder verteld boven een Italiaanse pizzeria, en daarnaast zitten inmiddels nog drie andere zaken die in het geheel gerund worden door Italianen dus het overgrote deel van mijn straat spreekt inmiddels Italiaans. Al mijn goede bedoelingen ten spijt lukt het me nog steeds niet om mijn geleerde lessen in de praktijk te brengen. Nog altijd durf ik het niet.
Toen ik begon aan het leren van de taal had ik totaal niet door dat een heel groot deel van dat leerproces aankomt op durf. Op gewoon op je bek durven gaan, op fouten maken, op zinnen maken met verkeerde werkwoordsvervoegingen omdat het niet zo gek veel uitmaakt en je je toch wel verstaanbaar maakt. Dat alles leer je niet met Duolingo, en ook niet met een lesboek. Dus ik ging op onderzoek naar wát hieraan te doen.
Via via kwam ik uit op Italiaans Anders, een lesmethode die, de naam zegt het al, het anders doet. Daar focussen ze veel meer op spreken, luisteren en lezen. De lessen zijn online, op verschillende niveaus. Deze week had ik een telefonische kennismaking om mijn niveau te bepalen, en half september gaan de cursussen van start. En dan ben ik zelf in Florence, dus kan ik het meteen in het echt beoefenen. Ik kijk er enorm naar uit en hoop dat ik nu éindelijk de barrière van het praten ga overwinnen (en m’n buren kan afluisteren). Will report back vrienden en vriendinnen.
Project Italiaanse droom
« L’Episodio precedente