Op zoek naar de taal

Met een beetje passen en meten kon ik tijdens al die vakanties iets bestellen in een restaurant, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat mijn Italiaans al die jaren simpelweg niet bestaand was. Ik begon een verdiepingsslag te missen. De kleine praatjes in gebrekkig Engelitaliaans zijn leuk, maar ik wil het land en de cultuur écht leren kennen. En daarvoor moet je de taal spreken. Tijdens een van mijn vakanties kocht ik vanaf het strand een zelfstudieboek Italiaans, helemaal voornemens om daar thuis elke week mee te oefenen zodat ik het jaar daarop in ieder geval de basis zou beheersen. Tevreden klikte ik de bestelbevestiging weg, bestelde nog een Aperol, och wat ging ik goed Italiaans leren na deze vakantie.

Maar zoals dat gaat met goede voornemens, die worden door dagelijkse drukte snel aan de wilgen gehangen. Ik heb dat boek geloof ik één keer opengeslagen. Bovendien is het veel leuker om Italiaans te leren ín Italië, dus toen ik door die overstap in Florence (hier verteld) opeens weer wist dat dat mijn stad was, werden alle pijlen op een taalschool aldaar gericht. Ik vroeg om me heen, besteedde een middag aan Google en stelde een lijstje op met potentiële scholen. Hier mijn bevindingen voor wie vergelijkbare wensen heeft.

Om te beginnen zijn er héél veel taalscholen, groot, klein, duur en goedkoop. Florence is dan ook een populaire stad voor Amerikaanse high schoolers en andere jongeren die er een semester op uitwisseling gaan. Veel van de taalscholen bieden aan om ook daar je verblijf bij te regelen. Je kunt dan bij een gastgezin wonen, of samen met andere studenten op een kamer. Het voordeel van zo’n gastgezin is natuurlijk dat je nog sneller de taal zal leren, en vooral dat je bij een Florentijnse familie inwoont en dus een schitterende ingang hebt bij de lokale inwoners. Ik heb dat om die reden zelf ook overwogen, maar besloot uiteindelijk om het niet te doen omdat het me simpelweg ontzettend vermoeiend lijkt om bij vreemden in te wonen en dus vijf weken ergens te logeren. Soms vergeet ik dat ik een hekel heb aan logeren. Maar mocht jij dat niet hebben, zo’n gastgezin kan zeker voordelen hebben. Je kunt ook een appartement boeken via de taalschool, maar bij de scholen die ik heb gezien is dat niet goedkoper dan als je zelfs iets boekt via Airbnb. En vaak zit je dan op een betere locatie, in een mooier appartement, en zonder huisgenoot. Bovendien is de kans groot dat zo’n huisgenoot een stuk jonger is, als 34-jarige had ik simpelweg niet zoveel zin in hokken met iemand van begin 20.

Dan, de taalscholen zelf. Uiteindelijk waren er twee scholen die mij het meest aanspraken: Scuola Leonardo da Vinci en InFlorence Academy. Die eerste werd verreweg het meeste aangeraden en was vlakbij mijn appartement. Die tweede zit aan Piazza Santo Spirito, een van mijn favoriete pleinen, en elke ochtend daar naartoe wandelen (een half uur vanaf mijn huis) leek me een ontzettend leuk ritueel. Qua aanbod (en prijzen) verschilt het allemaal niet veel van elkaar, er zijn groepslessen, privélessen, je kunt cultuurlessen doen, alle taalniveaus worden aangeboden en aan het eind krijg je een certificaat.

​Na lang wikken en wegen besloot ik om eerst drie weken groepslessen aan Scuola Leonardo da Vinci te volgen, en daarna nog twee weken privélessen te doen bij de andere. Dit leek me een perfecte combinatie en vooral een uiterst effectieve methode. Ná die vijf weken zou ik de taal spreken! Kon ik gesprekjes voeren! Zou ik me niet meer zo’n domme toerist voelen! Éindelijk. Alla fine, tuttavia, la situazione si e evoluta diversamente…

Project Italiaanse droom

« L’episodio precedente 

Continua a leggere…»