Swipe, match, date
Mede door de never ending lockdowns was het in de jaren voorafgaand aan het grote Florence-avontuur tamelijk droevig gesteld met mijn liefdesleven. Dat kwam eind 2021 wel weer een beetje op gang, maar ik zeg je eerlijk, ik vond het Nederlandse mannenaanbod bepaald niet overlopen van hoogtepunten. Een Italiaanse minnaar, dáár had ik zin in. Ik ging dus naar Florence om de taal te leren maar ook, daar ben ik eerlijk in, om flink te daten. Ik had immers wat in te halen en daten in het buitenland is aanzienlijk leuker omdat het daar ‘niet telt’. Als in, daten in Nederland heb ik ook altijd best spannend gevonden. Zoals het een beetje millennial betaamt zit ook ik tjokvol hechtingsproblematiek, waardoor casual daten en one night stands allemaal lang leve de lol zijn, maar daten voor de liefde me regelmatig ontzettend de zenuwen bezorgde. ‘Even een biertje’ met iemand drinken kon me dan ook al snel totaal kopje onder doen gaan in voorbarige angst en paniek.
Nee, dan een date in het buitenland. De kans is groot dat dat niet serieus wordt en, indien toch een succes, lekker veilig in de categorie vakantieliefde blijft hangen. Daarnaast heb je altijd wat om over te praten, als het gesprek doodvalt kun je overstappen op het bespreken van culturele verschillen en weetjes over de stad waar jullie zijn en dat is gewoon altijd leuk. Bovendien is het een ideale manier om de beste inside plekken te ontdekken, zie het dus als een leuke local tourguide mét alcohol.
En wat ook zo fijn is, je hebt een stuk minder of zelfs helemaal geen vooroordelen over wie er tegenover je zit. Als ik met een Nederlandse man op date ging hoorde ik al meteen aan zijn accent waar hij vandaan kwam, was zijn kapsel ook al een indicatie voor wat voor vlees je in de kuip hebt, en kon ik zelfs al op iemand afknappen als die een heel stomme plek voorstelde om af te spreken. Je hebt ook altijd wel gemeenschappelijke kennissen, of juist heel erg dingen niet gemeenschappelijk: dat hij bijvoorbeeld het liefst elk weekend naar de Toppers gaat. Je hebt, kortom, ook met een volstrekt onbekende Nederlandse man, en al helemaal met een man uit je eigen stad, toch al een gedeeld referentiekader, en dat heb je allemaal niet met iemand in het buitenland.
De meeste datingapps had ik wel al op m’n telefoon (Bumble en Hinge waren m’n favorieten) en al snel bleek het Italiaanse aanbod inderdaad een stuk aantrekkelijker dan het Nederlandse. Niet in de laatste plaats omdat ze Lorenzo, Fillipo, Gabriele, Alessandro en Leonardo heten. Dat klinkt gewoon aanzienlijk sexyer dan Roeland, Gerard, Hendrik of Jochem. Over de Italiaanse man zijn een hoop dingen te zeggen en sommige van de veelgehoorde clichés zijn waar. Zoals: ze besteden veel tijd aan hun uiterlijk. Ze zien er verzorgd uit, haren goed gekapt, baard of snor keurig in model of smooth weggeschoren. Zeker voor mijn nuchtere Hollandse aard zijn sommigen ook weer té gelikt, maar het kijkt allemaal wel lekker weg.
Wat me ook opviel, zo na een paar dagen scrollen, matchen en chatten, was dat ze allemaal opmerkelijk snel ter zake kwamen. Sommigen openden gewoon het gesprek met ‘when can I meet you for drinks?‘ Dat leek me in eerste instantie een red flag, maar al snel merkte ik dat dat juist een uitstekende strategie was. Oeverloos met elkaar appen levert je niets op, je moet elkaar gewoon zien. Bovendien deed ik dit alles niet voor de liefde, maar voor de ervaring. En die zit natuurlijk niet in m’n telefoon. Zie hier ook de reden dat de Italiaanse lessen er al snel bij inschoten want boy oh boy die ervaringen, die waren er. Ik kan, en zal, er meerdere afleveringen van dit feuilleton mee vullen, quindi tenetevi forte.
Project Italiaanse droom
« L’episodio precedente