Tijd-arrogantie
Een vreemd bijverschijnsel van vaak op dezelfde plek komen is dat je een soort arrogante houding ten opzichte van de tijd ontwikkelt. Je wordt immuun voor tijdsdruk, denkt dat je alle tijd hebt, want ach je bent hier toch zo lang of je komt hier toch zo vaak, met als resultaat dat je bijna niets ziet of doet in de tijd dat je er bent. Ik heb dat met Florence. De eerste keer dat ik er vijf weken achter elkaar zat, dat was in mei 2022, heb ik van mijn lange lijst restaurants en culturele hoogtepunten angstvallig weinig weten af te strepen. ‘Ach, dat doe ik volgende week wel’ zei ik tegen mezelf als ik een kaartje voor de Cupola di Brunelleschi wilde kopen, die ik ontzettend graag wilde zien, maar op dat moment even geen zin had in de lange rij of de regenachtige dagen die er waren. Maar ja, toen het eenmaal de volgende week was had ik een kater, een date, ging ik naar Fiesole, had ik huiswerk, een deadline – er was altijd iets anders en het maakte niet uit want ik ben hier toch nog zo lang.
Voor ik er erg in had waren die vijf weken voorbij en was ik nog steeds niet de koepel opgeklommen. En had ik slechts een handvol restaurants bezocht van de tientallen die er op mijn lijstje stonden. Had ik een dagtripje naar Bologna en Siena ondernomen, maar was ik verder de stad niet uit geweest, terwijl ik me nog zo had voorgenomen om veel van Italië te gaan zien met Firenze als standplaats. Terwijl, je moet eens zien hoe efficiënt ik te werk ga als ik ergens maar vier dagen ben. Dan zorg ik dat ik reserveringen heb in restaurants, boek ik van tevoren tickets voor de musea en andere historische hoogtepunten, zet ik 30.000 stappen per dag want we moeten en we zullen ALLES eruit halen.
In mei 2023 was ik weer vijf weken in de stad, nadat ik er tussendoor ook nog een paar keer kort was geweest, en in geen van die bezoeken lukte het me om de koepel te beklimmen. Want, geen zin, moe, te druk, ach komt wel. Hetzelfde gebeurt trouwens gewoon thuis in Amsterdam. Zo wil ik heel graag een keer naar het Paleis op de Dam, daar kun je in tegenwoordig. Ik woon er zo goed als naast en loop of fiets er dus bijna dagelijks langs, en elke keer denk ik ‘god ik wil hier echt graag naar binnen.’ Maar ik doe het nooit. Ook zo erg, en ik durf het nauwelijks toe te geven, maar ik ben dus nog nooit in het Anne Frank Museum geweest. Nog nooit! Dat kan toch niet.
In een moment van grote doortastendheid was afgelopen november het moment eindelijk daar. Firenze was rustig, de grote drommen toeristen thuis, ik was er vier dagen en boekte op dag één een plek om op de laatste dag de koepel te beklimmen. Meteen om 09:00 uur, het eerste slot. De rij was kort, ik heb misschien vijf minuten gewacht tot de deuren opengingen en we naar binnen mochten. Een lange tocht door kleine gangen en over smalle trappen naar boven volgde, en eindelijk, éindelijk stond ik bovenop dat prachtige gebouw, met recht een soort wereldwonder. ‘Dit had ik veel eerder moeten doen’ dacht ik terwijl ik uitkeek over ontwakend Toscane, en ik sprak plechtig met mezelf af dat ik thuis gewoon zo snel mogelijk een ticket voor dat verdomde Paleis op de Dam moet boeken.
Maar goed. Het is met lichte teleurstelling dat ik kan melden dat het inmiddels bijna april is en dat ik nog altijd níet in het paleis geweest. Ook niet in het Anne Frank Museum. Maar dus wél op de Cupola di Brunelleschi (en dat kan ik iedereen aanraden).
Project Italiaanse droom
« L’Episodio precedente
Continua a leggere…»