Het arme paard
Vanaf het terras van het Florentijnse appartement waar ik nu een maand verblijf heb ik uitzicht op een hoekje van Piazzale Michelangelo. Voor wie niet bekend is met die naam: dat is een gigantisch plein gelegen op een heuvel aan de noordkant van de stad, vanwaar je een spectaculair uitzicht hebt over Florence. Er zijn wat hypertoeristische stalletjes waar je een biertje en chips kunt kopen, waarmee je op een grote stenen trap kunt zitten. Je hebt vanaf dat plein namelijk een prachtige zonsondergang, die honderden mensen dan ook elke avond komen bekijken. Was dat jaren geleden inderdaad nog best leuk om bij aan te schuiven, inmiddels is het zó druk dat er werkelijk weinig meer aan is en het vooral een driftig dringen is tussen selfiesticks en op elkaar gepropte groepjes mensen, zoals op zoveel plekken in de stad. Maar goed.
Vanaf mijn terras en vanaf mijn bank kan ik er dus een klein hoekje van zien, en toen ik begin van de maand gevloerd was door een terrorgriep en koorts was ik hoofdzakelijk aan huis gekluisterd. Op een avond dacht ik aan de rand van dat plein opeens een paard te zien staan. Het was al donker dus ik kon het niet goed zien, en bovendien had ik een bonkend koortsig hoofd dat me al tal van rare dromen had bezorgd. Maar ik zag toch echt een grote schaduw, een schim, in de vorm van een paard. Maar wat heeft een paard nou te zoeken op Piazzale Michelangelo? Ik liet het voor wat het was en heb de rest van de week geen paard meer gezien, dus wat het was, geen idee.
Tot ik deze week een scooter had gehuurd om mee door Toscane te touren, en op de weg terug naar huis langs Piazzale Michelangelo reed. De zonsondergang was al geweest, ik dacht, ik ben er nou toch, en loop even een rondje langs de rand om die mooie stad te zien liggen. En wat zie ik daar, verdomd, daar liep een paard. Een groot bruin-wit gevlekt paard, met een westernzadel en een man gekleed in een cowboy-outfit ernaast. Wat blijkt; je kunt hem betalen om een rondje op dat paard te rijden over dat plein, of om ermee op de foto te gaan. Het arme dier stond er wat gelaten naast, het hoofd hangend, terwijl een toerist hardhandig aan de beugels sjorde om zichzelf op zijn rug te hijsen.
Nu weet ik van mezelf dat ik moet oppassen met niet een gigantische anti-toeristen-snob te worden, want ik ben hier zelf ook een toerist en heb het ook al vaker hier gehad over dit probleem. Bovendien heb ik jarenlang mensen gemotiveerd om te reizen, doe dat nog steeds, dus ik ben onderdeel van het probleem en dat maakt me hypocriet. Maar het is wel degelijk zo dat je hier in Florence de lelijkste kant van toerisme te zien krijgt. De drukte, de rijen, het domme vermaak, waarbij ook dieren het dus moeten ontgelden. Ik erger me al jaren groen en geel aan de paard en wagen-karretjes die hier door de straten klossen, met die arme paarden die ook door de bloedhitte door de dampende straten moeten lopen, met toeristen in de kar die alsof ze een koning uit vervlogen eeuwen zijn vanaf de koets de stad bekijken. Het hóeft gewoon niet. Florence is mijn favoriete stad, ik hoop er als toerist nog lang te komen en ik gun iedereen de schoonheid van deze plek, maar we móeten met z’n allen ons best doen om betere bezoekers te zijn. En laat die arme paarden in godsnaam met rust.
Project Italiaanse droom
« L’Episodio precedente