Goede voornemens
Een paar weken geleden vroeg Sophie, hoofdredacteur van Italiamo, wat mijn Italiaanse ontdekking van het afgelopen jaar was. Daar moest ik even over nadenken omdat, zoals ik haar ook mailde, ik nogal honkvast ben en daardoor dus veel minder snel nieuwe plekken ontdek dan ik eigenlijk zou willen. Na enig peinzen besloot ik dat mijn ontdekking een seizoen was, namelijk Florence in de winter, maar het zette me daarna wel aan het denken. Moet ik niet eens wat meer van Italië gaan zien? Waarom altijd maar terug naar Toscane, met in het bijzonder Florence, waarom elk jaar in september naar hetzelfde Ligurische dorp, als er zoveel meer te zien is?
Napels ken ik bijvoorbeeld nog niet, de 2023-ontdekking van Sophie, Sicilië een beetje, Sardinië zou ik heel graag willen zien, Piemonte past me met al mijn liefde voor bergen denk ik ook erg goed, Rome smaakte laatst naar meer, en Umbrië waar iedereen zo enthousiast over is ken ik ook niet. Het was het einde van het jaar, ik besloot om dit mee te nemen naar 2024 als stralend mooi voornemen. We willen méér en we willen níeuw Italië.
Twee weken later, het is de eerste week van januari. Dit jaar begint een nieuw werkding dat ervoor gaat zorgen dat ik een stuk minder makkelijk zomaar even een week of maand naar Italië kan om te werken, en ik dacht steeds dat die klus al eind januari begon. Maar wat blijkt, het gaat pas in maart van start. Onmiddellijk denk ik dan ‘omg dat betekent dat ik in februari nog twee weken even kan gaan om twee weken te schrijven.’ Dus ik strek mijn vingers, open mijn laptop, en daal af in Airbnb.
Daar heb ik een grote verzameling mappen met mooie huizen en appartementen, maar die zijn allemaal in, jawel, Toscane, en vooral in en rondom Florence. Zo’n reisje begrijp ik meteen. Vliegen op Florence of Pisa, vliegvelden die ik blind ken, autootje huren, dat kost in die periode toch bijna niets (200 piek voor twee weken!), en dan hup hops andiamo, ik hoef de navigatie al bijna niet meer aan te zetten. En dan lekker ergens twee weken schrijven, in een huis in de natuur met een groot raam waar ik dan de eettafel voor kan schuiven om daar dan te zitten. Supermarkt in de buurt, volle ijskast, twee weken schrijven en boeken lezen en wandelen en mijmeren in een koud en miezerig maar oh zo schitterend Toscane.
Eh, ik bedoel Italië. Daar gaat het al meteen mis! Ik kijk even naar Sardinië, maar voel dan meteen dat ik daar wil zijn als het warm is en ik kan zwemmen in de zee. Napels lijkt me te onrustig voor een schrijf-zen-trip, en als ik in zo’n stad ben wil ik buiten spelen en die stad ontmoeten, niet binnen achter m’n laptop zitten. Die tweestrijd moet ik mezelf niet aan doen. Umbrië, maar wat is daar te doen in de winter? Is daar een beetje lekkere stad? Of zit je dan echt alleen maar in de verlate gehuchten? God, moet ik dat eerst helemaal gaan uitzoeken. En het is wel belangrijk dat ik een goede plek heb met precies de goede combinatie van ontspanning en stilte en toch ook lekkere restaurants en mensen om naar te kijken.
Ik stel het boeken nog even uit, besluit ik. Maar stiekem voel en weet ik dat áls ik ga, ik vermoedelijk toch voor de bekende weg kies. Wat dat betreft is het een exemplarisch geval van een goed voornemen gebleken: bij het minste of geringste hangt het al aan de wilgen.
Project Italiaanse droom
« L’Episodio precedente
Continua a leggere…»